ZO4. Regulatie perifere circulatie Flashcards

1
Q

doorbloeding van individuele organen

A

passief en wordt bepaald door drukverval over het orgaan en de vaatweerstand in het orgaan
- reguleren zichzelf door de vaatweerstand in de aanvoerende arterien en arteriolen te moduleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat bepaalt de diameter van een bloedvat

A

de contractietoestand van de gladde spiercellen in de vaatwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe kan de vaattonus gemoduleeerd worden

A

door contractietoestand van gladde spiercellen te veranderen
- verhoging spierspanning: lumen verkleint
- verlaging spierspanning: lumen vergroot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is de contractietoestand van een gladde spiercel afhankelijk?

A

intracellulaire Ca concentratie en de gevoeligheid van MLCK voor Ca2+.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hartpompfunctie

A

groter, verhoogde bloedtoevoer in orgaan door meer bloedaanbod > gevolgen voor de circulatie: algemene verhoging bloedtoevoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diameter weerstandsvaten

A

groter, verhoogde bloedtoevoer in orgaan door meer doorstroming naar capillair netwerk > gevolgen voor de circulatie: nauwelijks effect op bloedtoevoer van andere organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diameter veneuze vaten

A

kleiner, verhoogde bloedtoevoer in orgaan door groter aanbod van bloed naar hartpomp > gevolgen voor circulatie: algemene verhoging bloedtoevoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

NO

A

second messenger: cGMP
constrictie/dilatatie: dilatatie
bron: endotheelpros

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

prostacycline (PGL2)

A

second messenger: cAMP
constrictie/dilatatie: dilatatie
bron: endotheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

angiotensine II

A

second messenger: Ca2+
constrictie/dilatatie: constrictie
bron: circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noradrenaline via alfa receptoren

A

second messenger: Ca2+
constrictie/dilatatie: constrictie
bron: zenuwuiteinde + circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

noradrenaline via beta receptoren

A

second messenger: cAMP
constrictie/dilatatie: dilatatie
bron: zenuwuiteinde + circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

endotheline

A

second messenger: Ca2+
constrictie/dilatatie: constrictie
bron: endotheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

adenosine

A

second messenger: cAMP
constrictie/dilatatie: dilatatie
bron: parenchymcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

atrial natriuretisch peptide

A

second messenger: cGMP
constrictie/dilatatie: constrictie
bron: circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verhoging extracellulair K+

A

second messenger: Ca2+
constrictie/dilatatie: constrictie
bron: ECF

17
Q

verlaging intracellulair ATP

A

second messenger: Ca2+
constrictie/dilatatie: dilatatie
bron: intracellulair metabolisme

18
Q

theorieen over autoregulatie vaattonus in weefsel

A

myogene theorie: handhaven van constante bloedflow bij veranderende bloeddruk
metabole theorie: aanpassen bloedtoevoer aan activiteit orgaan

19
Q

invloed endotheliale

A

NO, PGL2, direct > dilatatie
Endotheline, direct > constrictie

20
Q

invloed metabole

A

adenosine, direct, dilatatie
afname pO2, indirect, dilatatie
toename H+, pCO2, K+ efflux, direct, dilatatie

21
Q

endocriene invloed

A

angiotensine II, direct, constrictie
bradykinine, indirect, dilatatie
histamine, direct, dilatatie

22
Q

neurohumorale invloed

A

noradrenaline (a1 receptor), direct, constrictie
adrenaline (b2), direct, dilatatie
acetylcholine, beide, constrictie

23
Q

extravasculaire invloed

A

weefseldruk, direct, constrictie

24
Q

intravasculair

A

toename flowsnelheid, indirect, dilatatie
plaatjes activiteit, beide, beide