ZO1. Bloedvaten en microcirculatie Flashcards

1
Q

elastische/transport arterien

A

bloed vanuit het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

musculeuze arterien

A

bloed naar organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

capillairen

A

haarvaten; zorgen ervoor dat uitwisseling van stoffen in ons lichaam kan plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

volgorde bloed

A

elastisch > musculeus > arteriolen > capillairen > postcapillaire venulen > musculeuze venulen > venen > hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

microcirculatie

A

zorgt o.a. voor vochtregulatie weefsel
- uittredend vocht wordt gelijk gehouden met de hoeveelheid opgenomen vocht door capillairen
- dmv resorptie en lymfedrainage
- sommige plekke gespecialiseerd endotheel voor grotere vochtproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bloeddruk gehandhaafd door

A

weerstand van het perifere vaatstelsel: kleine arterien, arteriolen, capillairen en venulen
- meest afhankelijk van vaattonus van arteriolen, slagvolume hart en circulerende bloedvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bloeddruk gehandhaafd door

A

weerstand van het perifere vaatstelsel: kleine arterien, arteriolen, capillairen en venulen
- meest afhankelijk van vaattonus van arteriolen, slagvolume hart en circulerende bloedvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het circulerende bloedvolume

A

afhankelijk van de vloeistofbalans, geregeld door hormonen (nieren spelen belangrijke rol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe worden de bloedvaten van voedingsstoffen voorzien

A

luminaal (oppervlakkig) of rechtstreeks vanuit bloed (diffusie), vasa vasorum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar wordt veel vocht uit capillairen gefilterd

A

oog en nieren dmv gespecialiseerd endotheel in fenestraties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Liddle’s syndroom

A

hypertensie doordat er teveel Na teruggeresorbeerd wordt de niertubuli in (genmutatie) > zoutconcentratie in tubuli hoger > meer vocht teruggetrokken de tubuli in > vloeistofvolume neemt toe > hoge bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

arteriosclerose

A

door langdurige hypertensie treedt slagaderverharding op > verminderde elasticiteit vaatwand
- alleen gevolgen voor arteriolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hyalinisatie (arteriosclerose)

A

ontaarding van collageen bindweefsel met afzetting van een glazige massa
- insudatie glycoproteinen in de wand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

atherosclerose

A

ophoping van cholesterol en macrofagen in de vaatwand > plaque

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

diabetes mellitus

A

arterien, arteriolen en capillairen zijn aangedaan
- ernstig: microaneurysmata: door verlies aan pericyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

angiopathie

A

ziekte van de bloed- of lymfevaten
- diabetische microangiopathie: een diffuse verdikking van basale membraan en capillairen zijn meer doorlatend voor plasma eiwitten

16
Q

Goldblatt fenomeen

A

nieren verschillen sterk in grootte door stenose van a. renalis
- atrofie bij nier met afgesloten a. renalis: verhoogde productie van renine > hypertensie, hart vertoont hypertrofie
- andere nier toon compensatoire vergroting door hyperplasie; hypertensie leidt tot arteriosclerose > renineproductie stijgt nog meer