ZO3. Contractie van de hart- en skeletspieren Flashcards
F actine
eiwit polymeer dat de ruggengraat vormt van het dunne filament, actine
tropomyosine
eiwitketen wat aan F-actine is gekoppeld, blokkeert in rust de binding van myosine door de bindingsplaats af te schermen
troponine complex
gebonden aan tropomyosine en bestaat uit 3 subunits
dikke filament
gevormd door bundeling van staartdelen van een groot aantal myosine eiwitten. Bevat myosinekoppen, welke in rust gebonden zijn aan ATP
dunne filament
gevormd door actine, bindt na ATP hydrolyse met myosinekoppen
MHC
het belangrijkste onderdeel van het dikke filament. Heeft een staartdeel, een scharnierdeel en kopdeel De staartdelen vormen myosine. Kopdeel bindt aan F-actine
MLC
regulator eiwitten die vastzitten naast het kopdeel van het MHC
alfa actinine
gebonden aan actine en gelegen bij de Z lijnen. speelt een belangrijke rol bij de sarcomeer cytoskelet interactie
Z lijn
alfa actinine waar de dunne filamenten aan vast zitten. gelegen in de H-band, die in de A band ligt
myomesine
eiwit gelegen bij de M lijnen dat gebonden zit aan het myosine
titine
loopt van de M lijn tot de Z lijn en is het langste eiwit van het sarcomeer, dient als een soort veer om het sarcomeer bij elkaar te houden
A en I band
A band loopt van begin tot einde van dikke filament, daarbuiten zit de I band. Bij de A band is er geen overlapping van de dikke en dunne filamenten. Bij de I band is er geen overlapping
sarcoplasmatisch reticulum
tubulair intracellulair membraansysteem vergelijkbaar met het ER, maar bevindt zich in een spiercel
terminale cisternae
uiteinden van het sarcoplasmatisch reticulum die samen met de twee t-tubuli een triade vormen
t tubulus
diepe instulping van het plasmamembraan van de spiercel tussen de myofibrillen ter hoogte van de Z lijn. Door onder andere deze instulpingen is depolarisatie van het membraan mogelijk, waarbij de depolarisatie snel tot de binnenkant van de cel doordringt