Regulatie pompfunctie van het hart Flashcards
cardiac output
hart/minuutvolume, oiv hartfrequentie en slagvolume
= hartfrequentie x slagvolume
- 4-5 L in rust
- marathonloper: slagvolume groter en hartfrequentie lager
bloeddruk
120-80
Wat beinvloedt het slagvolume
contractie icm kleppen
Wat gebeurt er bij aorta stenose/insufficientie
Na de systole en ejectiefase, dus tijdens diastole, zal het drukverloop afwijkend zijn
- druk in aorta neemt sneller af, want hoort dicht te zitten > druk in ventrikel en atrium neemt toe
- pulsdruk neemt ook toe
preload
voorbelasting: belasting/lengtetoestand
afterload
de belasting na aanvang van de contractie, dus tijdens contractie
contractiliteit
intrinsieke kracht van de spier, mate van oprekking ook van invloed hierop
toename van preload en contractiliteit
slagvolume neemt toe
toename afterload
slagvolume neemt af
isotone contractie
de spanning in de spier blijft hetzelfde en de kracht zal niet toenemen bij verkorten.
Als een spier langer is kan hij meer verkorten
isometrische contractie
spier kan niet verkorten, dus krachtontwikkeling vertaalt zich in krachttoename; spier behoudt dezelfde lengte, maar er ontstaat meer spanning
grotere preload
meer kracht ontwikkelen dan bij kleine, want spier moet meer verkorten en meer kracht ontwikkelen voor groter gewicht
lengte afhankelijke krachtontwikkeling
combinatie van isotone en isometrische contractie
grotere spierlengte met grotere affiniteit voor calcium
grotere krachtontwikkeling
lengte onafhankelijke krachtontwikkeling
door toename in contractiliteit, slagvolume neemt ook toe
- grotere Ca instroom > grotere krachtontwikkeling
- adrenaline beta1 stimulatie: grotere Ca instroom en vergrote contractiekracht in ventrikels