Het renine angiotensine aldosteron systeem Flashcards

1
Q

Het renine angiotensine aldosteron systeem

A

hormonaal systeem voor regulatie bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

activatie RAAS

A

laag bloedvolume, lage bloeddruk, cardiovasculaire- en nierschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

overactieve RAAS

A

hypertensie, hartfalen, nierschade, fibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bloeddruk verhogen

A

cardiac output verhogen (water- en zoutretentie) en systemische vaatweerstand verhogen (vasoconstrictie) door angiotensine II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vorming angiotensine II

A

angiotensinogeen wordt door renine omgezet in angiotensine I > ACE –> angiotensine II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lage bloeddruk

A

gemeten door baroreceptoren > hersenstam > sympaticus > medulla bijnier naar bijniermerg > noradrenaline > bindt aan b1 receptoren > renine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nierstenose

A

minder bloedtoevoer naar nieren > hoge renine in nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

snelheidsbepalende reactie

A

langzaamste, de omzetting van angiotensinogeen naar angiotensine I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

binding aan AT1 receptor door angiotensine II

A

vasoconstrictie, zout/water reabsorptie, aldosteron secretie, sympatische activatie, negatieve feedback, aanpassing extracellulaire matrix, celgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

binding aan AT2 receptor angiotensie II

A

dilatatie, remming celgroei, differentiatie (embryonaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

AT1 receptor antagonist

A

legt constrictie helemaal plat, AT2 receptor reactie neemt dan toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aldosteron

A

gemaakt door bijnier, bindt aan MR en zorgt voor Na en H2O resorptie in nieren en tubulus > dorst > bloedvolume neemt toe
- Na richting bloed, K richting urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AT1

A

kan in gladde spieren a1 receptoren extra stimuleren > vasoconstrictie versterkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

b1 receptor in nier

A

noradrenaline > renine afgifte gestimuleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe wordt RAAS minder actief

A

door AT1 antagonist, a1 antagonist, b-blokkers > hoge bloeddruk bestreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vormen van hypertensie met onbekende oorzaak

A

hoog renine systeem: verhoogde vasoconstrictie
laag renine systeem: gevolg van verhoogde Na retentie en bloedvolume

17
Q

antihypertensiva

A
  • ACE remmers: remming Ang II productie
  • AT1 receptor blokkers: geen vasoconstrictie meer, remming AT1 en stimulatie AT2
  • renine remmer: remming Ang I en II productie > remming vasocontrictie en bloeddrukverhoging
  • MR antagonist: bloedvolume omlaag door voorkomen antidiuretische werking, K+ in bloed omhoog
18
Q

bijwerkingen ACE remmers

A

vermindert afbraak bradykinine > bindt aan b2 receptor > NO vrij > vasodilatatie > hoest

19
Q

bijwerkingen AT1 receptor blokker

A

negatieve terugkoppeling onderbroken > veel renine > gewenning
- renine remmer kan zorgen voor hypotensie > onvoldoende nierperfusie > nier gaat slect werken