Wat je sowieso moet weten voor Ak Flashcards

(32 cards)

1
Q

Breedteligging

A

De afstand van een plaats tot de evenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom heeft de V.S. zoveel soorten klimaten?

A

Breedteligging, Herkomst van de wind & Ligging van de bergen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke klimaten heeft de V.S.?

A

Zeeklimaat(Oost-Zuid), Middellandse Zeeklimaat(West kust), Steppeklimaat(Oost-Midden), Woestijnklimaat(Oost-Midden kust), Landklimaat(Noord-Oost).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Jaaramplitude

A

Het verschil tussen de gemiddelde warmste en de gemiddeld koudste klimaat van het jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoogdrukgebied

A

Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven: blauw luchten en zon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Laagdrukgebied

A

Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen: wolken en neerslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tornado

A

Ontstaat doordat warme, vochtige lucht (zuiden) botst tegen koude, droge ​lucht (noorden) aan​. Soms 30 op een dag komen vooral voor in tornado valley.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Orkaan / Hurricane

A

Ontstaan boven warm zeewater boven de 27 graden​ en botst met koude lucht met warme lucht boven zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 3 ringen van en stad?

A

Het stadscentrum (downtown)​, De centrale stad & Grote ring suburbs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Urban sprawl

A

De enorme verspreiding van voorsteden over het omringde platteland.
uitstrekken stedelijk gebied door toename mobiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Edge cities

A

Een stad in een stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gentrificatie

A

Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Front

A

Grensgebied tussen twee luchtsoorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Loefzijde

A

De windkant van een gebergte met veel neerslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Steppeklimaat

A

Droog klimaat met 250 tot 500 mm neerslag per jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Schaal van Saffir-Simpson

A

Schaal om de windkracht van ORKANEN aan te geven.

17
Q

Schaal van Beaufort

A

Schaal om de kracht van de WIND aan te duiden.

18
Q

Demografisch zwaartepunt

A

Het punt in een land waarvan ten oosten en ten westen, en ten noorden en ten zuiden evenveel mensen wonen.

19
Q

Pullfactor

A

Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten.

20
Q

Pushfactor

A

Reden om te verhuizen uit een gebied.

21
Q

Central business district (cbd)

A

Het kantoren-, winkel- en uitgaans- gebied van een stad.

22
Q

Landklimaat

A

Klimaat met in de koudste maand een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan -3 Graden Celsius en in de warmste maand hoger dan +10 Graden Celsius.

23
Q

Lijfzijde

A

De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.

24
Q

Maatschappelijke segregatie

A

Als mensen uit verschillende bevolkingsgroepen weinig contact met elkaar hebben.

25
Middellandse zeeklimaat
Zeeklimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.
26
Re-urbanisatie
Bevokingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.
27
Suburbanisatie
De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit de stad.
28
Suburb
Ruim opgezette buitenwijk met veel vrijstaande huizen en tuinen, afgewisseld met parken.
29
Vertrekoverschot
Wanneer er meer mensen vertrekken uit een gebied dan dat er zich vestigen.
30
Vestigingsoverschot
Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken.
31
Woestijnklimaat
Droog klimaat met minder dan 250 mm neerslag per jaar.
31
Zeeklimaat
Klimaat met een matigende invloed van de zee op de tempratuur('s zomers koeler, 's winters zachter) en het hele jaar neerslag.