Geschieddenis H 5.2 Flashcards
1
Q
Eerste kamer
A
Deel van de Staten-Generaal.
2
Q
Kabinet (ministerraad)
A
Gezamenlijke ministers.
3
Q
Liberaal
A
Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid.
4
Q
Minister president
A
Eerste minister, premier, regeringsleider.
5
Q
Parlementaire democratie
A
Bestuurssysteem waarin de regering afhankelijk is van het parlement dat met algemeen kiesrecht is gekozen.
6
Q
Parlementair stelsel
A
Bestuurssysteem waarin het parlement de hoogste macht heeft.
7
Q
Provinciale staten
A
Volksvertegenwoordiging in de provincie.
8
Q
Regeringsleider
A
aanvoerder van de regering.
9
Q
Staatshoofd
A
Persoon met de hoogste gezag in de staat.
10
Q
Tweede kamer
A
Deel van de Staten-Generaal waarvan de leden door burgers gekozen zijn.