Scheikunde begrippen Flashcards

1
Q

Bezinken

A

het component met grotere dichtheid zakt naar de bodem.(werkt bij suspensies en emulsies) Scheidingsmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Destilleren

A

is een scheidingsmethode waarbij je een oplossing van vaste stof of een mengsel van vloeistoffen kookt. Scheidingsmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Emulsie

A

Een troebel mengsel van twee vloeistoffen.(Vloeistof in Vloeistof) Mengsel (Altijd troebel, altijd gekleurd) (Heterogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Extraheren

A

De scheidingsmethode waarbij een stof van een mengsel wel oplost in een vloeistof en de andere niet. Scheidingsmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Filtreren

A

Een scheidingsmethode voor suspensies, waarbij het mengsel een filter passeert. Scheidingsmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Indampen

A

De scheidingsmethode om een opgeloste stof van de vloeistof te scheiden. Scheidingsmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oplosbaarheid

A

Oplosbaarheid van een stof is het aantal gram stof dat in 1L vloeistof maximaal kan oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oplossing

A

Een oplossing is een helder mengsel van een stof en een vloeistof waarbij de opgeloste deeltjes zo klein zijn dat ze licht doorlaten.(Vast of gas in vloeistof) Mengsel (Helder en soms gekleurd) (Homogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rendement

A

Het rendement is de verhouding van de praktische opbrengst en de theoretische opbrengst.

Rendement = Praktische opbrengt / gedeeld door / Theoretische opbrengst x 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rook

A

Rook is een mengsel van fijn verdeelde vaste stof in een gas.(Vast in gas) Emulsie (Altijd troebel, altijd gekleurd) (Heterogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schuim

A

Schuim is een fijn verdeeld gas in een vloeistof.(Gas in vloeistof of in vast) Mengsel (Heterogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nevel

A

Nevel is een fijn verdeelde vloeistof in een gas.(Vloeistof in gas) Mengsel (Altijd troebel, altijd gekleurd) (Heterogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Suspensie

A

Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof, waarbij de vaste deeltjes zo groot zijn dat ze licht tegenhouden.(Vast in vloeibaar) Mengsel (Altijd troebel, altijd gekleurd) (Heterogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verzadigde en onverzadigde oplossing

A

Een oplossing waarin de maximale hoeveelheid stof is opgelost, noem je een verzadigde oplossing. Is er minder opgelost, dan spreek je van een onverzadigde oplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Heterogeen

A

Bevat brokstukken.(Altijd troebel, altijd gekleurd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Homogeen

A

door en door gemengd. Alle stoffen zijn uiteengevallen in losse moleculen.
(Altijd helder, soms gekleurd)

17
Q

Absorberen

A

het opnemen van een vloeistof of gas in het inwendige van een vaste stof of vloeistof.( Scheidingsmethoden)

18
Q

Volume procent

A

Hoeveelheid stof per 100ml.

19
Q

Massa procent

A

Het aantal delen massa per 100 delen massa. (g/100g, kg/100kg)