Geschiedenis H 2.2 Begrippen Flashcards
1
Q
Collectivisatie
A
Samenvoeging van privéboerderijen in gemeenschappelijke landbouwbedrijven.
2
Q
Fascisme
A
Antidemocratische, gewelddadige, extreem nationalistische en totalitaire politieke beweging.
3
Q
Indoctrineren
A
Systematisch opdringen van ideeën.
4
Q
Kolchoz
A
Groot landbouwbedrijf waarop boeren samenwerkten.
5
Q
Persoonsverheerlijking
A
Uitbundig prijzen van een persoon.
6
Q
Planeconomie
A
Economie waarbij de overheid voorschrijft wat moet worden geproduceerd.
7
Q
Stalinisme
A
Variant van het communisme met extreme onderdrukking en extreme verering van een politiek leider.
8
Q
Totalitair
A
Als de overheid volledig heerst over de samenleving.
9
Q
Veteraan
A
Oud-soldaat.
10
Q
Welzijn
A
Als het goed gaat met iemand.