NaSk h.3 mengen en scheiden Flashcards

1
Q

Oplossing

A

Een helder mengsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Suspensie

A

Een troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof.(je kan er niet doorheen kijken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Emulsie

A

Een troebel mengsel van een vloeistof in een vloeistof.(je kan er niet doorheen kijken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emulgator

A

Zorgt ervoor dat een emulsie gemengd blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Filteren

A

Is een scheidingsmethode waarmee j een vaste stof uit een suspensie kunt halen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Filtraat

A

Is het vloeistof die door het filter loopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Residu

A

Is de vaste stof die op een filter achterblijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bezinken

A

Bij bezinken zakt de stof uit de suspensie naar de bodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bezinksel

A

De vaste stof die uit de suspensie naar de bodem zakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Afschenken

A

Vloeistof uit een bezinksel afgieten is een bezinksel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Indampen

A

Je laat de vloeistof verdampen en laat de vaste stof achter(residu).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly