frans het bezittelijke voornaamwoord Flashcards
1
Q
mijn
A
(m) enkelvoud - mon
(v) enkeloud - ma
meervoud - mes
2
Q
jouw
A
(m) enkelvoud - ton
(v) enkelvoud - ta
meervoud - tes
3
Q
zijn/haar
A
(m) enkelvoud - son
(v) enkelvoud - sa
meervoud - ses
4
Q
ons/onze
A
(m) enkelvoud - notre
(v) enkelvoud - notre
meervoud - nos
5
Q
jullie/uw
A
(m) enkelvoud - votre
(v) enkelvoud - votre
meervoud - vos
6
Q
hun
A
(m) enkelvoud - leur
(v) enkelvoud - leur
meervoud - leurs