Gs H.1.2 Flashcards
centralen
Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Italië en Ottomaanse rijk(later).
De geallieerden
Verenigd koninkrijk, Rusland, Frankrijk, België, Italië(later) en De verenigde staten(later).
loopgraaf
uitgegraven gang waarin soldaten zich beschermen tegen de vijand.
militarisme
verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft.(Een groot leger moet je gebruiken).
mobilisatie
gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog.
tweefrontenoorlog
oorlog waarbij in twee gebieden tegelijk gevochten wordt.
wapenwedloop
race om de sterkste en meeste wapens.(Landen willen die wapens gebruiken).
wereldoorlog
oorlog waaraan veel volken in een groot deel van de wereld meedoen.
Nationalisme
Trots zijn op je land, een volk streeft naar een eigen land.(Landen willen laten zien dat zij het beste land zijn(door oorlog)).
Imperialisme
Het vergroten van het rijk.(Wanneer landen hetzelfde gebied willen, komt er oorlog).