Natuurkunde H.6 begrippen Flashcards

1
Q

Evenwijdig

A

Recht langs elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Divergent

A

Uit elkaar. Zit op negatieve lenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Convergent

A

Naar elkaar toe. Zit op positieve lenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

positieve lenzen

A

Convergent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

negatieve lenzen

A

Divergent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Accommoderen

A

Boller maken van de lens om scherper te kunnen zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oudziend

A

Onvoldoende accommodatie, geen scherpbeeld op netvlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verziend

A

Het brandpunt ligt achter het netvlies.
Een bolle lens kan verziendheid corrigeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bijziend

A

Het brandpunt ligt voor het netvlies.
Een holle lens kan bijziendheid corrigeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly