Voorzetsels b Flashcards
om (rondom) het gebouw
autour du bâtiment
2 graden onder nul
2 degrés au-dessous de zéro
onder de menigte
parmi/dans la foule
iets verdelen onder de mensen
partager quelque chose entre les gens
wat versta je hieronder?
qu’est-ce que tu entends par là ?
op een dag
un Jour
op een mooie dag in de lente
par une belle journée de printemps
op de grond vallen
tomber par/à terre
op tijd aankomen
arriver à l’heure/temps
op dit ogenblik
en ce moment
op dat ogenblik
à ce moment-là
op den duur
à la longue
op zijn best, op zijn allerbest
au mieux, tout au mieux
het is twee uur op mijn horloge
il est deux heures à ma montre
op zijn Frans
à la française
ieder op zijn beurt
chacun à son tour
een prijs vaststellen op
fixer un prix à
een abonnement nemen op een krant op school
s’abonner à un journal
op straat, op haar kamer
dans la rue, dans sa chambre
op deze manier
de cette façon
jaloers op iemand zijn
être jaloux de qn
trots op iets of iemand zijn
être fier de qc ou de qn
op mijn verjaardag
le jour de mon anniversaire
boos zijn op iemand
être fâché contre qn
op de tweede verdieping
au deuxième/second étage
op een kantoor werken
travailler dans un bureau
op … toon
d’un ton …
er bij iemand op aandringen dat
insister auprès de qn pour que
op een veilige plaats
en lieu sûr
over twee weken
dans quinze jours
over enige dagen
dans quelques jours, d’ici quelques jours
vandaag over veertien dagen
aujourd’hui en quinze
waarover gaat het?
de quoi s’agit-il?
een brug over de rivier
un pont sur la rivière
twee euro per liter/stuk/meter
deux euros le litre/la pièce/le mètre
per post
par la poste
honderd kilometer per uur
cent kilomètres à l’heure
per stuk, pond, dozijn, … verkopen
vendre à la pièce, à la livre, à la douzaine
tot mijn grote verbazing/spijt
à mon grand étonnement/regret
tot elke prijs
à tout prix
van dag tot dag
au jour le jour
van deur tot deur
de porte en porte
tot overmaat van ramp
pour comble de malheur
uit alle macht
de toutes ses forces
uit het hoofd leren
apprendre par cœur
uit ervaring
par expérience
uit beleefdheid
par politesse
uit het raam kijken
regarder par la fenêtre
uit mijn naam (namens mij)
en mon nom, de ma part
uit het oog, uit het hart
loin des yeux, loin du cœur
de kachel is uit
le poêle est éteint
het boek is uit(gekomen)
le livre est sorti
ik heb het boek uit
j’ai fini le livre
uit een wijnglas drinken
boire dans un verre à vin
negen van de tien keer
neuf fois sur dix
iemand van de trein halen
prendre/chercher qn à la gare
van binnen/buiten
en/au dedans/dehors, à l’intérieur/ l’extérieur
van wie is dat?
à qui est cela?
dat is aardig van u
c’est gentil à vous
ik kom van de dokter
Je viens de chez le docteur
de groeten van mij
le bonjour de ma part
dit boek is van hem (eigendom)
ce livre est à lui
dit boek is van hem (zelfgeschreven)
ce livre est de lui
een vriend van mij
un de mes amis
de meeste van hen -
la plupart d’entre eux
wie van hen?
lequel d’entre eux?
iets maken van hout
faire qc avec du bois
iets van de tafel nemen
prendre qc sur la table
vanwege de omstandigheden
à cause des circonstances
voor (tijd)
avant
voor (plaats)
devant
voor (bestemming, ten behoeve van)
pour
een voor een
un à un
voor de helft
à moitié
voor het raam
à la fenêtre
verantwoordelijk voor
responsable de
bedankt voor uw aanwezigheid
merci de votre présence
autour du bâtiment
om (rondom) het gebouw
2 degrés au-dessous de zéro
2 graden onder nul
parmi/dans la foule
onder de menigte
partager quelque chose entre les gens
iets verdelen onder de mensen
qu’est-ce que tu entends par là ?
wat versta je hieronder?
un Jour
op een dag
par une belle journée de printemps
op een mooie dag in de lente
tomber par/à terre
op de grond vallen
arriver à l’heure/temps
op tijd aankomen
en ce moment
op dit ogenblik
à ce moment-là
op dat ogenblik
à la longue
op den duur
au mieux, tout au mieux
op zijn best, op zijn allerbest
il est deux heures à ma montre
het is twee uur op mijn horloge
à la française
op zijn Frans
chacun à son tour
ieder op zijn beurt
fixer un prix à
een prijs vaststellen op
s’abonner à un journal
een abonnement nemen op een krant op school
dans la rue, dans sa chambre
op straat, op haar kamer
de cette façon
op deze manier
être jaloux de qn
jaloers op iemand zijn
être fier de qc ou de qn
trots op iets of iemand zijn
le jour de mon anniversaire
op mijn verjaardag
être fâché contre qn
boos zijn op iemand
au deuxième/second étage
op de tweede verdieping
travailler dans un bureau
op een kantoor werken
d’un ton …
op … toon
insister auprès de qn pour que
er bij iemand op aandringen dat
en lieu sûr
op een veilige plaats
dans quinze jours
over twee weken
dans quelques jours, d’ici quelques jours
over enige dagen
aujourd’hui en quinze
vandaag over veertien dagen
de quoi s’agit-il?
waarover gaat het?
un pont sur la rivière
een brug over de rivier
deux euros le litre/la pièce/le mètre
twee euro per liter/stuk/meter
par la poste
per post
cent kilomètres à l’heure
honderd kilometer per uur
vendre à la pièce, à la livre, à la douzaine
per stuk, pond, dozijn, … verkopen
à mon grand étonnement/regret
tot mijn grote verbazing/spijt
à tout prix
tot elke prijs
au jour le jour
van dag tot dag
de porte en porte
van deur tot deur
pour comble de malheur
tot overmaat van ramp
de toutes ses forces
uit alle macht
apprendre par cœur
uit het hoofd leren
par expérience
uit ervaring
par politesse
uit beleefdheid
regarder par la fenêtre
uit het raam kijken
en mon nom, de ma part
uit mijn naam (namens mij)
loin des yeux, loin du cœur
uit het oog, uit het hart
le poêle est éteint
de kachel is uit
le livre est sorti
het boek is uit(gekomen)
j’ai fini le livre
ik heb het boek uit
boire dans un verre à vin
uit een wijnglas drinken
neuf fois sur dix
negen van de tien keer
prendre/chercher qn à la gare
iemand van de trein halen
en/au dedans/dehors, à l’intérieur/ l’extérieur
van binnen/buiten
à qui est cela?
van wie is dat?
c’est gentil à vous
dat is aardig van u
Je viens de chez le docteur
ik kom van de dokter
le bonjour de ma part
de groeten van mij
ce livre est à lui
dit boek is van hem (eigendom)
ce livre est de lui
dit boek is van hem (zelfgeschreven)
un de mes amis
een vriend van mij
la plupart d’entre eux
de meeste van hen -
lequel d’entre eux?
wie van hen?
faire qc avec du bois
iets maken van hout
prendre qc sur la table
iets van de tafel nemen
à cause des circonstances
vanwege de omstandigheden
avant
voor (tijd)
devant
voor (plaats)
pour
voor (bestemming, ten behoeve van)
un à un
een voor een
à moitié
voor de helft
à la fenêtre
voor het raam
responsable de
verantwoordelijk voor
merci de votre présence
bedankt voor uw aanwezigheid