LOI-H08a Mots Flashcards
ballerine f
ballerina, balletschoen
ballet m
ballet
ballet des ministres/diplomatique m
diplomatiek overleg, geschuif
chausson (de danse) m
balletschoentje
chorégraphe m
choreograaf
collant m
maillot
les costumes
de kostuums
les coulisses
de coulissen
danse f
danskunst, dans
aller danser dans une boîte
naar de disco gaan
danseur, la danseuse
balletdanser(es)
danseuse étoile f
prima ballerina
décor m
decor
entracte m
pauze
la loge f
loge
parterre m
benedenzaal
pas (de danse) m
(dans)pas
rideau de scène m
doek
lever du rideau m
aanvang van de voorstelling
scène f
toneel
sur scène
op het toneel
strapontin m
klapstoel
tutu m
balletrokje
les instruments à cordes
snaarinstrumenten
basse f, contrebasse f
bas, contrabas
archet m
strijkstok
guitare f
gitaar
jouer de la guitare
gitaar spelen
harpe f
harp
piano m
piano
un piano à queue
een vleugel
les touches; la pédale f
de pedalen van een vleugel
violon m
viool
violoncelle m
cello
les instruments à percussion
slaginstrumenten
batterie f
slagwerk
les cymbales
bekkens
grosse caisse f
grote trom
tambour m
trommel
On bat le tambour avec des baguettes
men slaat de trom met drumsticks
les timbales
pauken
les instruments à vent
blaasinstrumenten
basson m
fagot
clarinette f
klarinet
cor d’harmonie m
hoorn
sonner du cor
op de hoorn blazen
flûte f
fluit
flûte traversière f
dwarsfluit
hautbois ou cor anglais m
hobo
trompette f
trompet
tuba m
tuba
l’écriture musicale f
notenschift
ballerina, balletschoen
ballerine f
ballet
ballet m
diplomatiek overleg, geschuif
ballet des ministres/diplomatique m
balletschoentje
chausson (de danse) m
choreograaf
chorégraphe m
maillot
collant m
de kostuums
les costumes
de coulissen
les coulisses
danskunst, dans
danse f
naar de disco gaan
aller danser dans une boîte
balletdanser(es)
danseur, la danseuse
prima ballerina
danseuse étoile f
decor
décor m
pauze
entracte m
loge
la loge f
benedenzaal
parterre m
(dans)pas
pas (de danse) m
doek
rideau de scène m
aanvang van de voorstelling
lever du rideau m
toneel
scène f
op het toneel
sur scène
klapstoel
strapontin m
balletrokje
tutu m
snaarinstrumenten
les instruments à cordes
bas, contrabas
basse f, contrebasse f
strijkstok
archet m
gitaar
guitare f
gitaar spelen
jouer de la guitare
harp
harpe f
piano
piano m
een vleugel
un piano à queue
de pedalen van een vleugel
les touches; la pédale f
viool
violon m
cello
violoncelle m
slaginstrumenten
les instruments à percussion
slagwerk
batterie f
bekkens
les cymbales
grote trom
grosse caisse f
trommel
tambour m
men slaat de trom met drumsticks
On bat le tambour avec des baguettes
pauken
les timbales
blaasinstrumenten
les instruments à vent
fagot
basson m
klarinet
clarinette f
hoorn
cor d’harmonie m
op de hoorn blazen
sonner du cor
fluit
flûte f
dwarsfluit
flûte traversière f
hobo
hautbois ou cor anglais m
trompet
trompette f
tuba
tuba m
notenschift
l’écriture musicale f