LOI-H38b Mots Flashcards
à tout moment/à tous moments
onophoudelijk, telkens
de toute(s) part(s)
aan/van alle kanten, overal
en tout lieu / en tous lieux
overal
toute(s) sorte(s)
allerhande, allerlei
en tout point/en tous points
in alle opzichten
en toute(s) saison(s)
het hele jaar door
en tout temps/en tous temps
altijd (al)
autodérision f
zelfspot
cartonner
klapper maken, daverend succes zijn
chahuter
overschreeuwen, herrie schoppen, keten
clin d’œil m
knipoog
concocter
uitbroeden
cracra
smerig
crobard m
tekeningetje, krabbel
cru m
wijn (van eigen wijngaard of streek)
disserter sur
uitweiden over, uitspinnen
encenser
bewieroken, bejubelen
étoffer
verrijken
fauché
blut, platzak
incontournable
onontkoombaar
insolence f
brutaliteit
à l’instar
in navolging van
lectorat m
lezerspubliek
nourriture f
voeding
omniprésent
overal aanwezig
parier
gokken
polyglotte
veeltalig
en grande pompe
met veel pracht en praal