LOI-H41 Mots Flashcards
amuse-gueule m
borrelhapje
apéritif m
aperitief
appétit m
trek, eetlust
boire
drinken
boisson f
drankje
café m
koffie
cave f
(wijn)kelder
consommé m
(heldere) bouillon
cuisine f
keuken, de kookkunst
cuisinier m
kok
déjeuner m
lunch
dessert m
nagerecht, toetje
dîner m
avondmaal
aller dîner en ville
uit eten gaan
entrée f
voorgerecht
entremets m
tussengerecht; nagerecht
fromage m
kaas
hors-d’oeuvre m
(koude) voorgerecht
liqueur f
likeur
manger
eten
menu m
menu
mets m
het gerecht
succulent
verrukkelijk, sappig
poisson m
vis
potage m
soep
repas m
maaltijd
viande f
vlees
se servir chambré / frappé
op kamertemperatuur / op ijs gekoeld
abîmé
beschadigd, bedorven
botte f
bos, bosje (radijsjes, …)
cartilage m
kraakbeen
caviste m
keldermeester
cerfeuil m
kervel
chaptaliser
chaptaliseren
chêne m
eik
ciboulette f
bieslook
ciselé
fijngehakt
cuve f
(wijn)vat
cuvée f
wijnoogst, opbrengst; vat
déglacer
blussen
d’ici là
tot dan, voor het zover is
effilocher
(uit)rafelen
essorer
uit slaan (van sla)
grappe f
tros (druiven)
mardi gras
vastenavond
millésime
jaartal