LOI-H19a Mots Flashcards

1
Q

fosse f

A

mijn(schacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

percheron m

A

trekpaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

écurie f

A

stal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

maréchal-ferrant m

A

hoefsmid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

harnais m

A

tuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

picotin m

A

portie (voer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meneur m

A

leider, vervoerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bidet m

A

knol, paard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bassin houiller m

A

steenkolenbekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

coron m

A

mijnwerkershuisje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

chevalement m

A

schachttoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

coup de grisou m

A

mijngasontploffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

éboulement m

A

instorting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

silicose f

A

stoflong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

autocombustion f

A

zelfverbranding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bassin houiller m

A

steenkolenbekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

carreau (de mine) m

A

stortplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

chevalement m

A

schachttoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

coron m

A

mijnwerkershuisje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

éboulement m

A

instorting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

forage m

A

boorgat, de boring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

fosse f

A

mijn(schacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

grisou m

A

mijngas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

coup de grisou m

A

mijngasontploffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
houille f
steenkool
26
houillère f
steenkolenmijn
27
minerai m
erts
28
pic m
pikhamer
29
pioche f
houweel
30
silicose f
stoflong
31
terril f
slakkenberg
32
abattre
slopen
33
aligner
op een rij zetten
34
autel m
altaar
35
babillard
tjilpend
36
bandoulière (en -) f
schuin over de rug gedragen
37
baquet m
tobbe
38
bidet m
knol, paard
39
briser
breken, ontnemen, stukmaken
40
casse-croûte m
boterhammetje, hapje (uit het vuistje)
41
chalutier m
treiler
42
chienne de vie f
een hondenleven
43
cicatrice f
litteken
44
dentelle f
kantwerk
45
écurie f
stal
46
encontre (à - de)
tegen
47
engraisser
vetmesten, welvarend maken
48
s'évaporer
verdampen, vervliegen, plotseling verdwijnen
49
faucon crécerelle m
torenvalk
50
fauvette f
grasmus
51
friche f
braakland
52
grive musicienne f
zanglijster
53
harnais m
tuig
54
inventaire des sites m
monumentenlijst
55
lézard m
hagedis
56
malin
slim
57
machaon m
koninginnepage
58
mijn(schacht)
fosse f
59
trekpaard
percheron m
60
stal
écurie f
61
hoefsmid
maréchal-ferrant m
62
tuig
harnais m
63
portie (voer)
picotin m
64
leider, vervoerder
meneur m
65
knol, paard
bidet m
66
steenkolenbekken
bassin houiller m
67
mijnwerkershuisje
coron m
68
schachttoren
chevalement m
69
mijngasontploffing
coup de grisou m
70
instorting
éboulement m
71
stoflong
silicose f
72
zelfverbranding
autocombustion f
73
steenkolenbekken
bassin houiller m
74
stortplaats
carreau (de mine) m
75
schachttoren
chevalement m
76
mijnwerkershuisje
coron m
77
instorting
éboulement m
78
boorgat, de boring
forage m
79
mijn(schacht)
fosse f
80
mijngas
grisou m
81
mijngasontploffing
coup de grisou m
82
steenkool
houille f
83
steenkolenmijn
houillère f
84
erts
minerai m
85
pikhamer
pic m
86
houweel
pioche f
87
stoflong
silicose f
88
slakkenberg
terril f
89
slopen
abattre
90
op een rij zetten
aligner
91
altaar
autel m
92
tjilpend
babillard
93
schuin over de rug gedragen
bandoulière (en -) f
94
tobbe
baquet m
95
knol, paard
bidet m
96
breken, ontnemen, stukmaken
briser
97
boterhammetje, hapje (uit het vuistje)
casse-croûte m
98
treiler
chalutier m
99
een hondenleven
chienne de vie f
100
litteken
cicatrice f
101
kantwerk
dentelle f
102
stal
écurie f
103
tegen
encontre (à - de)
104
vetmesten, welvarend maken
engraisser
105
verdampen, vervliegen, plotseling verdwijnen
s'évaporer
106
torenvalk
faucon crécerelle m
107
grasmus
fauvette f
108
braakland
friche f
109
zanglijster
grive musicienne f
110
tuig
harnais m
111
monumentenlijst
inventaire des sites m
112
hagedis
lézard m
113
slim
malin
114
koninginnepage
machaon m