LOI-H43 Mots Flashcards
ânonner
stotteren, stamelen
articuler
articuleren, uitspreken
babiller
babbelen, kwetteren
bafouiller
hakkelen
balbutier
stamelen
baragouiner
brabbelen; radbraken, gebroken … spreken
chuchoter
fluisteren
crier
schreeuwen
deviser
keuvelen (over koetjes en kalfjes praten)
dialoguer
spreken, zich onderhouden; onderhandelen
C’est un dialogue de sourds
hier wordt langs elkaar heen gepraat
dire
zeggen
discourir (de, sur) (= disserter)
spreken, lang uitweiden
(s’)exprimer
(zich) uitdrukken; spreken
Jurer (= blasphémer)
zweren | vloeken
marmonner
mompelen
maugréer
mopperen
mentir
liegen
parler
spreken, zeggen
un beau parleur
een mooiprater
papoter
kwebbelen, kletsen
des papotages
geklets
pérorer
doordraven, zwammen (hoogdravend)
proférer (des menaces, des injures)
uiten, uitspreken
prononcer
uitspreken
raconter
vertellen
apogée f
hoogtepunt, top
bilan m
balans, overzicht, eindresultaat
faire le bilan de
balans opmaken van
bilan de la situation m
overzicht van de situatie
ecclésiastique
kerkelijk
foisonnant
rijk aan, bloeiend
illettré
ongeletterd
moine m
monnik
noyade f
verdrinking(sdood), het verdrinken
promu (promouvoir)
aanmoedigen, voorstaan
tutelle f
voogdij | bescherming
stotteren, stamelen
ânonner
articuleren, uitspreken
articuler
babbelen, kwetteren
babiller
hakkelen
bafouiller
stamelen
balbutier
brabbelen; radbraken, gebroken … spreken
baragouiner
fluisteren
chuchoter
schreeuwen
crier
keuvelen (over koetjes en kalfjes praten)
deviser
spreken, zich onderhouden; onderhandelen
dialoguer
hier wordt langs elkaar heen gepraat
C’est un dialogue de sourds
zeggen
dire
spreken, lang uitweiden
discourir (de, sur) (= disserter)
(zich) uitdrukken; spreken
(s’)exprimer
zweren | vloeken
Jurer (= blasphémer)
mompelen
marmonner
mopperen
maugréer
liegen
mentir
spreken, zeggen
parler
een mooiprater
un beau parleur
kwebbelen, kletsen
papoter
geklets
des papotages
doordraven, zwammen (hoogdravend)
pérorer
uiten, uitspreken
proférer (des menaces, des injures)
uitspreken
prononcer
vertellen
raconter
hoogtepunt, top
apogée f
balans, overzicht, eindresultaat
bilan m
balans opmaken van
faire le bilan de
overzicht van de situatie
bilan de la situation m
kerkelijk
ecclésiastique
rijk aan, bloeiend
foisonnant
ongeletterd
illettré
monnik
moine m
verdrinking(sdood), het verdrinken
noyade f
aanmoedigen, voorstaan
promu (promouvoir)
voogdij | bescherming
tutelle f