LOI-H13a Mots Flashcards
aggravation f
stijging, verzwaring
allocation f
uitkering
chômage m
werkloosheid
être en/au chômage
werkloos zijn
chômeur(/-se) m
werkloze
compression f
inkrimping
contrat m
contract
dégraissage
afslanking
délocalisation f
verplaatsing, overplaatsing
demandeur d’emploi
werkzoekende
démissionner (= donner sa démission)
ontslag nemen
emploi m
werk, baan, werkgelegenheid
employeur m (= patron)
werkgever
engager (= embaucher)
in dienst nemen
indemnité f
uitkering, vergoeding
licencier (= congédier)
ontslaan
lutte f
strijd, bestrijding
ouvrier m
een arbeider
passer par la case chômage
bij het werklozenloket langsgaan
patronat
werkgevers, loondienst
pointer
stempelen
population active f
beroepsbevolking
poussée f (= la montée)
stijging
recyclage
omscholing
la réduction f
vermindering, inkrimping
réduction des effectifs f
inkrimping van personeelsbestand
régression f (= recul l)
daling
réinsertion f
herintreding
réintégrer (dans ses fonctions)
werklozen weer opnemen in arbeidsproces
salariat m
in zijn functie herstellen
salarié m
werknemers
supprimer
werknemer
suppression d’emplois f
opheffen
taux m
percentage, cijfer
travail intérimaire m
uitzendwerk
agent de maîtrise m
opzichter
ancienneté f
anciënniteit
à l’arraché
met veel moeite
attribution f
de toekenning
la branche f
de (bedrijfs)tak
cap
de kaap; de koers; de bepaalde grens
changer de cap
van richting veranderen
comptable
boekhouder
congé
verlof
en congé
met verlof
un jour de congé
vrije dag