LOI-H11b Mots Flashcards
Je n’y comprends rien!
Ik begrijp er niets van!
Je n’y vois plus!
Ik kan niets meer zien!
Je n’y peux rien!
Ik kan er niets aan doen!
Vous y êtes?
Hebt u het begrepen?
Ça y est!
Klaar! Het is voor elkaar!
Comme vous y allez!
Wat draaft u door!
Il y va de ma vie.
Mijn leven staat op het spel.
Ils en sont venus aux mains
Ze zijn aan het vechten geslagen.
Je n’en crois pas mes yeux!
Ik kan mijn ogen niet geloven!
Je n’en peux plus!
Ik kan niet meer (van vermoeidheid) !
Il m’en veut.
Hij neemt het me kwalijk.
Il m’en coûte de vous le dire.
Het valt me zwaar het u te zeggen.
Vous en parlez à votre aise.
U hebt makkelijk praten.
C’en est trop!
Dat gaat te ver!
Où en sommes-nous restés?
Waar zijn we gebleven?
déclencher (déclencher un système d’alarme)
zorgen voor, ontketenen, doen, losbarsten
ingurgiter
erin stampen
laïc, laïque
openbaar, neutraal
laïc, laïque m
leek
manuel m
handboek
manichéen
dualistisch, zwart-wit
accréditer
geloofwaardig maken
asséner/assener
toedienen, voorschotelen
s’assimiler à
zich vergelijken met
d’autant (plus) que
te meer daar
BD f (= bande dessinée)
stripverhaal
bric-à-brac m
samenraapsel (van oude dingen)
cathodique
kathodisch
charivari m
de wanorde
Charlemagne
Karel de Grote
croisade f
kruistocht
dégringoler sur
neerkomen op
déifier
verafgoden, verheerlijken
délivrer de
bevrijden van
dénigrer
kwaadspreken van
éclairé
verlicht
errement m
dwaling
escamoter
wegmoffelen, overslaan
fainéant
lui, vadsig
fleuri
sneeuwwit (baard, haar) | bloeiend, gebloemd
flou
vaag
forger
vormen, smeden
Gaule f
Gallië
génie m
het karakter
hexagonal
zeshoekig
homérique
homerisch (heldhaftig; enorm)
imagerie f
prentenboek
imparable
onhoudbaar, onafweerbaar, ontegenzeggelijk
meurtrier
moorddadig
mise au point f
opheldering | af-, instelling
Ik begrijp er niets van!
Je n’y comprends rien!
Ik kan niets meer zien!
Je n’y vois plus!
Ik kan er niets aan doen!
Je n’y peux rien!
Hebt u het begrepen?
Vous y êtes?
Klaar! Het is voor elkaar!
Ça y est!
Wat draaft u door!
Comme vous y allez!
Mijn leven staat op het spel.
Il y va de ma vie.
Ze zijn aan het vechten geslagen.
Ils en sont venus aux mains
Ik kan mijn ogen niet geloven!
Je n’en crois pas mes yeux!
Ik kan niet meer (van vermoeidheid) !
Je n’en peux plus!
Hij neemt het me kwalijk.
Il m’en veut.
Het valt me zwaar het u te zeggen.
Il m’en coûte de vous le dire.
U hebt makkelijk praten.
Vous en parlez à votre aise.
Dat gaat te ver!
C’en est trop!
Waar zijn we gebleven?
Où en sommes-nous restés?
zorgen voor, ontketenen, doen, losbarsten
déclencher (déclencher un système d’alarme)
erin stampen
ingurgiter
openbaar, neutraal
laïc, laïque
leek
laïc, laïque m
handboek
manuel m
dualistisch, zwart-wit
manichéen
geloofwaardig maken
accréditer
toedienen, voorschotelen
asséner/assener
zich vergelijken met
s’assimiler à
te meer daar
d’autant (plus) que
stripverhaal
BD f (= bande dessinée)
samenraapsel (van oude dingen)
bric-à-brac m
kathodisch
cathodique
de wanorde
charivari m
Karel de Grote
Charlemagne
kruistocht
croisade f
neerkomen op
dégringoler sur
verafgoden, verheerlijken
déifier
bevrijden van
délivrer de
kwaadspreken van
dénigrer
verlicht
éclairé
dwaling
errement m
wegmoffelen, overslaan
escamoter
lui, vadsig
fainéant
sneeuwwit (baard, haar) | bloeiend, gebloemd
fleuri
vaag
flou
vormen, smeden
forger
Gallië
Gaule f
het karakter
génie m
zeshoekig
hexagonal
homerisch (heldhaftig; enorm)
homérique
prentenboek
imagerie f
onhoudbaar, onafweerbaar, ontegenzeggelijk
imparable
moorddadig
meurtrier
opheldering | af-, instelling
mise au point f