LOI-H14 Mots Flashcards
1
Q
gonflable
A
opblaasbaar
2
Q
assembler
A
assembleren, monteren, in elkaar zetten
3
Q
l’automatisation f
A
automatisering
4
Q
l’industrie automobile
A
auto-industrie
5
Q
vitesse f
A
versnelling
6
Q
boîte de vitesses f
A
versnellingsbak
7
Q
break m
A
stationcar
8
Q
camion m (= le poids lourd)
A
vrachtwagen
9
Q
camionnette f (= la fourgonnette)
A
busje
10
Q
capot m
A
motorkap
11
Q
carrosserie f
A
carrosserie, het carrosseriebedrijf
12
Q
concessionnaire m
A
dealer
13
Q
des pièces de rechange
A
onderdelen
14
Q
en stock
A
op voorraad
15
Q
essence f
A
de benzine
16
Q
consommation f d’essence
A
benzineverbruik
17
Q
essuie-glace (m.)
A
ruitenwisser
18
Q
le fournisseur m
A
leverancier
19
Q
malle f
A
achterbak
20
Q
marque f
A
merk
21
Q
mise au point f
A
de ontwikkeling; het instellen
22
Q
pare-brise m
A
voorruit
23
Q
production f
A
productie
24
Q
rétroviseur m
A
achteruitkijkspiegel
25
robotisation f
invoering van robots
26
cadence de production
productiesnelheid
27
roue f
wiel
28
quatre roues motrices
vierwielaandrijving
29
salon de l'automobile m
autobeurs/-tentoonstelling
30
sous-traitance f
toelevering
31
traction f
aandrijving
32
traction avant
voorwielaandrijving
33
voiture f
auto
34
une (voiture) décapotable
een cabriolet
35
une voiture de tourisme
een personenauto
36
une voiture haut de gamme une cinq portes
een topklasse-auto;
37
une voiture tout terrain (une quatre quatre)
een terreinwagen
38
industrie chimique f
de chemische industrie
39
chimiste
chemicus
40
industrie pétrochimique f
petrochemische industrie
41
industrie pharmaceutique f
farmaceutische industrie
42
s'abattre sur
zich werpen op
43
acclamer
toejuichen
44
amorphe
amorf, vormloos
45
bagatelle f
kleinigheid
46
benzol m
benzeen
47
biodégradable
biologisch afbreekbaar
48
borne f
kilometerpaal; kilometer
49
brevet m
octrooi
50
déposer un brevet
octrooi aanvragen
51
breveté
gepatenteerd
52
caoutchouc m
rubber
53
chêne m
eik
54
clore
sluiten
55
concession f
vergunning
56
crevaison f
lekke band
57
crevé (un pneu crevé)
lek
58
délaisser
uitgeput, dood, - opgeven
59
opblaasbaar
gonflable
60
assembleren, monteren, in elkaar zetten
assembler
61
automatisering
l'automatisation f
62
auto-industrie
l'industrie automobile
63
versnelling
vitesse f
64
versnellingsbak
boîte de vitesses f
65
stationcar
break m
66
vrachtwagen
camion m (= le poids lourd)
67
busje
camionnette f (= la fourgonnette)
68
motorkap
capot m
69
carrosserie, het carrosseriebedrijf
carrosserie f
70
dealer
concessionnaire m
71
onderdelen
des pièces de rechange
72
op voorraad
en stock
73
de benzine
essence f
74
benzineverbruik
consommation f d'essence
75
ruitenwisser
essuie-glace (m.)
76
leverancier
le fournisseur m
77
achterbak
malle f
78
merk
marque f
79
de ontwikkeling; het instellen
mise au point f
80
voorruit
pare-brise m
81
productie
production f
82
achteruitkijkspiegel
rétroviseur m
83
invoering van robots
robotisation f
84
productiesnelheid
cadence de production
85
wiel
roue f
86
vierwielaandrijving
quatre roues motrices
87
autobeurs/-tentoonstelling
salon de l'automobile m
88
toelevering
sous-traitance f
89
aandrijving
traction f
90
voorwielaandrijving
traction avant
91
auto
voiture f
92
een cabriolet
une (voiture) décapotable
93
een personenauto
une voiture de tourisme
94
een topklasse-auto;
une voiture haut de gamme une cinq portes
95
een terreinwagen
une voiture tout terrain (une quatre quatre)
96
de chemische industrie
industrie chimique f
97
chemicus
chimiste
98
petrochemische industrie
industrie pétrochimique f
99
farmaceutische industrie
industrie pharmaceutique f
100
zich werpen op
s'abattre sur
101
toejuichen
acclamer
102
amorf, vormloos
amorphe
103
kleinigheid
bagatelle f
104
benzeen
benzol m
105
biologisch afbreekbaar
biodégradable
106
kilometerpaal; kilometer
borne f
107
octrooi
brevet m
108
octrooi aanvragen
déposer un brevet
109
gepatenteerd
breveté
110
rubber
caoutchouc m
111
eik
chêne m
112
sluiten
clore
113
vergunning
concession f
114
lekke band
crevaison f
115
lek
crevé (un pneu crevé)
116
uitgeput, dood, - opgeven
délaisser
