Puberteit Flashcards

1
Q

Testisvolume

A

Bij 4 ml: start puberteit

Gemiddeld rond 11,5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Afwijkende waarde jongen

A

<9 jaar of >14 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom komt grootte testis soms niet overeen met mate beharing?

A
  • Testosteron productie
  • Gevoeligheid haarfollikels voor testosteron
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wel beharing, maar nauwelijks testisgroei?

A

in het algemeen geen centrale puberteit.
- Het testosteron/androgenen komen dan autonoom uit testes (bijv tumor)
- Of uit de bijnieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Psychologische aspecten

A
  • Neurologische ontwikkeling: ontwikkeling frontale hersenschors
    o Rijping hogere cognitieve functies
    o Evalueren eigen gedrag en emoties
    o Bewustwording van zichzelf – eigen persoonlijkheid
    o Peergroep (leeftijdsgenoten) belangrijker – loslaten ouders
  • Maatschappij stelt andere eisen en verwachtingen aan jongeren
    o Zelfstandiger – verantwoordelijk krijgen en nemen
  • Lichamelijke veranderingen – psychoseksuele veranderingen
    o Seksuele arousal – erotiek – exploreren eigen seksualiteit
    o Romantische relaties aangaan
    o Sekse/gender krijgt andere betekenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Late puberteit, psycho

A
  • Het valt op
    o Je ziet er anders uit: kleiner, kinderlijker
    o Jongeren die kleiner/kinderlijker eruit zien worden jonger ingeschat  eisen, verwachtingen
    o Uitzonderingspositie: kwetsbaarder
     Niet voor vol worden aangezien, buitengesloten
     Minder goed mee kunnen met sport
     Eigen psychoseksuele en sociaal emotionele ontwikkeling sluit niet goed aan bij leeftijdsgenoten
     In gezin lastig als jonger broertje/zusje verder is in lichamelijke ontwikkeling: verhoudingen veranderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Puberteit meisje

A

M2: start, gemiddeld rond 10 jaar en 7 maanden

<8 jaar is te vroeg, >13 jaar is te laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leeftijd menarche

A

gemiddeld is 13 jaar en 1 maand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wil je weten bij late menarche?

A

Is borstontwikkeling al gestart? Dan weet je of puberteit in gang is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

POI

A

LH en FSH omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Centrale oorzaak late puberteit

A

LH en FSH omlaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar leidt Turner toe?

A

Je mist een X. Leidt tot POI bij het overgrote deel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Puberteitsinductie

A

je neemt een aantal jaren om puberteit te laten ontwikkelen. Tijd tussen M2 en M5. Dit doe je met een oestrogeen pleister of een pil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Anamnese

A
  • Puberteit ouders
  • Voedingspatroon/afvallen
  • Overmatig sporten/topsport
  • Symptomen van chronische ziekte, o.a. coeliakie, schildklierlijden
  • Medicatiegebruik (Ritalin)
  • Uitval hypofyse/hypothalamus (aangeboren, vragen naar ruiken voor Kallman syndroom)
  • Gedragsproblemen: psychosociaal functioneren (Klinefelter syndroom  47 XXY)
  • Bestraling of chemotherapie in VG
  • Orchidopexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

LO

A
  • Lengte, gewicht, groeicurve
    o Kleine lengte: Turner
    o Groeiversnelling – puberteit
  • Syndromale kenmerken
    o 45 XO en 47 XXY
  • Tanner puberteitsstadia met testisvolume bij jongens
  • Huid
  • Orienterend neurologisch onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pubertas praecox

A
  • M2 voor leeftijd van 8 jaar bij meisjes
  • Testis >4 ml voor de leeftijd van 9 jaar bij jongens
17
Q

Premature pubarche

A
  • P2 stadium voor de leeftijd van 8 jaar bij meisjes
  • P2 stadium voor de leeftijd van 9 jaar bij jongens
18
Q

Oorzaken premature pubarche

A
  • Laag LH en FSH
  • Premature adrenarche
  • Verhoogde androgeenproductie bij jongens uit:
    o Bijnier: late onset androgenitaal syndroom of tumor
    o Testis – tumor of andere vorm autonome productie
  • Verhoogde androgeen productie bij meisjes uit:
    o Bijnier: late onset androgenitaal syndroom of tumor
    o Ovarium: tumor
  • Testosterongel van familielid
19
Q

Premature adrenarche

A
  • Vroegtijdige puberteit vd bijnieren: androgeenproductie in zona reticularis
  • Voor 8e jaar bij meisjes, voor 9e jaar bij jongens
    Maar: geen groeiversnelling en significant voorlopende botleeftijd
20
Q

Oorzaken te vroege borstontwikkeling

A
  • Centrale pubertas praecox: LH en FSH verhoogd voor leeftijd
  • Premature telarche: LH en FSH laag
  • Verhoogde oestrogeenproductie bij meisjes: persisterende follikel ovarium, tumor ovarium, autonome productie
  • orale anticonceptie familielid
21
Q

Premature telarche

A
  • Geïsoleerde borstontwikkeling
  • Normale groei
  • Normale botrijping
  • Normale eindlengte
  • Geen beharing
22
Q

Premature telarche zuigelingen/peuter/kleuter

A

nog aanwezige FSH activiteit: GnRH systeem nog niet volledig in rust; stimulatie van een ovarium follikel; meestal voorbijgaand

23
Q

Premature telarche 5-8 jaar

A

vroege activatie gonadale as, zeer langzame progressie borstontwikkeling.

24
Q

Pubertas tarda

A
  • Jongens testes <4 ml bij leeftijd 14 of ouder
  • Meisjes M1 bij 13 en ouder
  • Laag LH en FSH: familiair of centrale uitval (congenitaal/verworven).
  • Veel te hoog LH en m.n. FSH  gonadale insufficientie
25
Q

Diagnostiek

A
  1. Handfoto
  2. Basaal/random FSH, LH
  3. Oestradiol/testosteron  maar dat zie je ook aan de buitenkant
  4. LHRH test om te zien of LH en FSH al centraal geactiveerd is (alleen zinvol bij vroege puberteit)
26
Q

Behandeling

A
  1. Remmen puberteit bij jongen en meisje met GnRH agonist of antagonist tot gemiddeld pubertaire leeftijd
  2. Puberteit induceren met oestradiol bij meisjes en testosteron bij jongens; bouw dosis op in 3 jaar
  3. Bij GnRH deficientie is het mogelijk om GnRH, LH en/of FSH te geven, maar is een complexere behandeling dan oestradiol en testosteron
  4. Bij GnRH deficientie of gonadaal falen moet je volwassen dosis voortzetten (niet stoppen na inductie puberteit)
27
Q

Gender dysforie

A

Genderidentiteit niet passend bij biologische sekse
- GnRH agonisten geven
- Psychologische begeleiding
- Gender bevestigende behandeling (real life test)

28
Q

Disorder of sex development

A

Variatie in geslachtsontwikkeling, start bij conceptie. Identiteit meestal conform toegewezen bij geboorte. In puberteit verwarring en acceptatieproblematiek.

  • Kinderendocrinoloog
  • Kinderuroloog
  • Psychologische begeleiding

Exploreren seksualiteit moeilijk door atypisch genitaal.