Kindergeneeskunde: wat maakt het verschil? Flashcards

1
Q

Verschillen in fysiologie

A

Kinderen gebruiken veel water en energie (kcal), dit komt doordat kinderen in verhouding een groter lichaamsoppervlak hebben en meer warmteverlies. Het hoofd verliest heel veel warmte, metabole behoefte is groot. Je nieren kunnen minder goed concentreren bij bsby’s dus je hebt meer water nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke systemen meeste verschillen

A

Meest essentiele verschillen in respiratoire en circulatoire systeem. Het respiratoir systeem heeft een ongunstige anatomie. Daarnaast verschillen in de spierfunctie cardiaal, RR en frequentie. De hartspier kan nog niet krachtig samenknijpen, dus hartfrequentie gaat omhoog. Kinderen hebben een hoog metabolisme en zuurstofbehoefte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Luchtwegen verschillen

A
  • Kleine diameter –> weerstand van lucht veel groter bij beetje oedeem
  • Neusademhaling en grote tong (neus vrijhouden belangrijk)
  • Bronchuswandstructuur heeft veel prematuere cilia, meer kraakbeen en minder glad spierwefsel –> Incidentie occlusie omhoog, minder sputum mobilisatie
  • Minder en onrijpe alveoli > oppervlak gaswisseling minder en hoger risico op atelectase
  • ribben en diafragmaar meer horizontaal > compliantie omhoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DD kinderen

A

Altijd anders! Je hebt ouders ook nodig.
* Leeftijdsspecifieke apriori kans
* (familie)anamnese heel belangrijk
* Denk ook aan de zwangerschapsanamnese!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillen communicatie en interactie

A
  • Anamnese gericht op groei en ontwikkeling
  • Anamnese – beïnvloedende factoren
  • Sterk leeftijdsafhankelijk: unieke eisen per leeftijdscategorie
  • Familie/ouders
  • Non verbale communicatie
  • LO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly