Inleiding psychiatrie kinderen Flashcards

1
Q

Infant mental health visie

A
  • Ontwikkeling
  • Ouders
  • (culturele) context
  • Multitheoretisch
  • Multidisciplinair
  • Apart classificatiesysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontwikkeling

A

o Emotioneel
o Sociaal relationeel
o Spraak-taal
o Cognitief
o Motorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar kijk je naar bij ouders?

A
  • Sensitiviteit: aangaan van de relatie van het kind, maar ook het oppikken van signalen van het kind. Begrijpt de ouder wat het kind bedoelt?
  • Emotionele beschikbaarheid: gaat samen met stress
  • Relatie met het kind (en met elkaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Spiegelneuronen en emotieregulatie

A

In mensen worden emoties aangevoeld door zelf in gesimuleerde actie aanvoelen van de emotie van de ander. Moeders en vaders volgen emoties kind en andersom en reguleren elkaar (co-regulatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mentaliseren

A

Proberen te begrijpen wat de ander denkt. Ouder en kind kunnen dit vaak niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Good enough parenting

A

Niet germarkeerde, congruente en contingente reacties zijn een mismatch. Minimaal 30-50% matches is voldoende. Belangrijk is reparatie na de mismatch!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ouderbegeleidingspositie

A
  • Verantwoordelijk zijn is belangrijk
  • Ouderschap is kwetsbaar
  • Ouder is consultvrager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(culturele) context

A

Psychosociale factoren
- Armoede
- Verslaving
- Huiselijk geweld
- Huisvesting
Hoeveelheid stressoren is een voorspeller voor latere problemen. Heb ook aandacht voor de cultuur, wat voor ons normaal is, hoeft in een andere cultuur niet zo te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Multi theoretisch

A
  • Hechtingstheorie
  • Sociale ontwikkelingsmodellen
  • Cognitieve ontwikkelingsmodellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Multi disciplinair

A
  • Kinder- en jeugdpsychiatrie
  • Psychologen/orthopedagogene
  • Kinderartsen
  • Maatschappelijk werkers
  • Logopedisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DC 0-5

A
  • Inclusieleeftijd 3-5 jaar
  • Meer-assig vanwege belangrijke contexten
  • Meer ontwikkelingsgericht dan de DSM5
  • Classificeren van stoornissen niet het individuele kind
  • Belang van beschrijvende diagnosen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diagnostische assen

A
  • 1: klinische stoornissen
  • 2: relationele context
  • 3: lichamelijke gezondheid
  • 4: psychosociale stressen
  • 5: niveau van functioneren (competenties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Klinische stoornissen

A
  • Neurologische ontwikkelingsstoornissen
  • Zintuiglijke verwerkingsstoornissen
  • Angststoornissen
  • Stemmingsstoornissen
  • Obsessief compulsieve en gerelateerde stoornissen
  • Slaap-, eet en huilstoornissen
  • Trauma, stress en deprivatiestoornissen
  • Relatiestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Autisme spectrum stoornis

A
  • problemen met sociale communicatie
  • sensorische gevoeligheden
  • stereotiep of repetitief gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Preverbaal trauma

A

Ontstaat in de preverbale fase van een kind. Er is trauma ondanks dat het kind geen actieve herinnering lijkt te hebben en er geen woorden aan kan geven. De herinnering ligt opgeslagen in het lijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Signalen vroegkinderlijk trauma

A
  • verwarring als gevolg van onvermogen tot verwoording
  • hyperalert
  • slap en apathisch gedrag
  • slaapstoornissen, nachtmerries
  • overmatig huilen, gillen
  • failure to thrive
  • voedingsstoornissen
  • angstig hechtingsgedrag
  • paniekreacties
  • separatieangst
  • regressie in gedrag, spraak, zindelijkheid en aanhankelijkheid
  • beperkt spel
  • herhaling van trauma in gedrag en spel
  • agressief destructief gedrag
  • doelgericht aanraken geslachtsdelen volwassenen