Medische zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Flashcards

1
Q

verstandelijke beperking

A
  • Stoornis intellectuele functies (IQ <-2 SD)
  • Beperking in adaptieve gedrag  beperkingen in de sociale (zelf)redzaamheid
  • Optreden voor 18e levensjaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

prevalentie van zwakbegaafden die gebruik maken van zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

A

730.000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken

A

Infectieziekten, alcohol- of drugsmisbruik, genetische afwijkingen, zuurstoftekort of hersenbloeding.

Oorzaak is in 50% van de gevallen bekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer ben je niet wilsbekwaam

A

o Hij de informatie van de arts niet (meer) kan begrijpen en afwegen,
o Niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluit zijn
o En/of geen besluit kan nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bewindvoering

A

voor wie zijn financiële zaken niet zelf kan regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mentorschap

A

voor het nemen van beslissingen over de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de betrokkene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

curatele

A

voor mensen die hun financiële en persoonlijke zaken niet zelf kunnen regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aandachtspunten communicatie

A

1.Sluit aan bij verstandelijke en emotionele ontwikkelingsleeftijd
2. Plan dubbele consultijd/neem de tijd
3. Houd rekening met een langere verwerkingstijd/geef patiënt de tijd om na te denken
4. Probeer rustig en duidelijk te praten
5. Houd rekening met beperkt abstractievermogen
6. Geef niet te veel informatie tegelijk
7. Gebruik afbeeldingen ter verduidelijking
8. Houdt rekening met angst voor de dokter
9. Wees alert op sociaal wenselijke antwoorden
10. Geef informatie mee naar huis en betrek het netwerk erbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychofarmaca

A
  • Veel antipsychotica gebruik: 30%
  • Frequent gebruik met indicatie gedragsmedicatie (en niet voor psychotische stoornis
  • Bijwerkingen als overgewicht en metabool syndroom
  • Indien medicatie toch nodig: controles!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

psychische kwetsbaarheid

A
  • risico op misbruik en pesten
  • let ook op verslaving
  • psychisch onwelbevinden kan zich uiten in lichamelijke klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

protectieve benadering

A
  • Laagdrempelig contact andere zorgverleners
  • Preventieve jaarlijkse controle/health watch
  • Onduidelijk verhaal  zelf beoordelen
  • Terug laten komen en herhalen adviezen
  • Heteroanamnese
  • Overleg eventueel met arts VG
  • Aandacht voor vaccineren (infectierisico)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly