Mentale retardatie Flashcards

1
Q

verstandelijke beperking

A
  • Beperkte ontwikkeling
  • Blijvende achterstand
    o Cognitieve functies
    o Adaptieve functies (sociaal aanpassingsvermogen)
    o Ontstaan voor 22e jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waardes IQ

A
  • 100+-15: normaal
  • 85-70: zwakbegaafd
  • 70-50: milde verstandelijke beperking (7-12 jaar)
  • 50-35: matig ernstige VB (4-7 jaar)
  • 35-20: ernstige VB (2-4 jaar)
  • <20: zeer ernstige VB (<2 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt VB vastgesteld?

A

IQ test, maar ook adaptief functioneren.
- Conceptueel domein (lezen en schrijven)
- Sociaal domein
- Praktisch domein: ASS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

alarmsignalen jonge kinderen

A
  • Niet halen (motorische) mijlpalen, stilstand of regressie tov bereikte mijlpalen
  • Niet reageren op geluid/aanspreken (gehoor?)
  • Geen oogcontact na 6e week (visus?)
  • Onvoldoende interesse voor omgeving
  • Neurologische (focale) verschijnselen: spierzwakte, tonusafwijking, epilepsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken VB

A
  • Genetische >50%
  • Omgeving/teratogenen >5-13%
  • Metabool/endocrien 1-5%
  • Onbekend/multifactorieel 30%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

niet-genetisch verworven oorzaken

A
  • Teratogeen
    o Intoxicaties: foetaal alcoholsyndroom, drugs
    o Maternale metabole ziekte (hyperfenylalaninemie)
    o Maternale medicatie (vitamine A suppletie, antiepileptica)
    o Infecties (rubella, CMV, toxoplasma, Zika)
  • Perinataal: asfyxie, hypoglycemie
  • Infecties: streptokokken, listeria, meningokokken, pneumokokken
  • Niet aangeboren hersenletsel
  • Deprivatie: blootstelling aan dingen waarbij je kan ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

perinatale asfyxie

A
  • Zuurstofdeprivatie hersenen
  • Verlengde metabole of gemengd acidemie (pH<7,0): navelstrengbloed
  • Langdurig verlaagde APGAR score: <3 voor >5 min
  • Neurologische manifestaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

omgevingsfactoren in de zwangerschap

A
  • Alcohol
  • Virusinfecties
  • Drugs
  • Medicatie (vitamine A)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Foetaal alcohol syndroom (FAS)

A

Philtrum is lang en dun, korte neus, dunne bovenlip. Dysmorfien op volwassenleeftijd is moeilijker te zien.

Diagnose wordt gesteld op basis van anamnese.
- Prevalentie FAS: 1:1330 levendgeborenen
- 35% van zwangere drinkt bij gelegenheid
- 10% >6 glazen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

genetische oorzaken

A
  • Chromosoomafwijkingen
    o Numerieke defecten (trisomie 21, 18 en 13, ook mosaicisme)
  • Structurele defecten van chromosomen
    o Microscopische deleties/duplicaties (4p-, 5p-)
    o Submicroscopische microdeleties/duplicaties (microarray CNVs)
    o Translocaties (zeldzaam maar hoog herhalingsrisico)
  • Gen defecten
    o Ontwikkelingsgenen
    o Genen betrokken bij chromatine structuur, genexpressie, transcriptie, translatie etc.
    o Metabole aandoeningen
    o Multifactoriële en polygenetische afwijkingen
  • Imprintingsstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

LO fragiel X

A
  • Lang gelaat
  • Grote oren, hoofdomtrek en testikels
  • Kippenborst, scoliose, hyperlaxe gewrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gedrag fragiel X

A

vriendelijk, fladderig, gespannen, hyperactiviteit, vermijden van oogcontact.
Is X-gebonden en gelinked met autisme. >200 CGG repeat expansie in 5’UTR van FMR1 gen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

doel etiologische diagnostiek

A
  • Aanpassen behandeling en follow-up
  • Kennis over beloop/toekomst
  • Advies bij kinderwens ouders en sibs
  • Advies aan overige familie
  • Verwerking van angst en schuldgevoelens van ouders, acceptatie
    Circa 50% blijft zonder bekende oorzaak.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer en bij wie diagnostisch onderzoek

A
  • Ontwikkelingsachterstand <2,5 jaar
  • VB >2,5 jaar na psychodiagnostisch (IQ) onderzoek
  • Zwakbegaafdheid (70-85 IQ), indien speciaal onderwijs nodig of discrepantie IQ profiel
  • Autisme spectrumstoornis met VB
  • Uitgesproken taal-spraak achterstand die niet anders verklaard kan worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doe je voor onderzoek?

A
  • Uitvoerige voorgeschiedenis, obstetrische en familieanamnese
  • Lichamelijk onderzoek, inclusief neurologisch onderzoek en dysmorfologisch onderzoek
    o Haar: kleur en textuur
    o Huid: hypopigmentatie of hyperpigmentatie, textuur, gegeneraliseerd of lokaal
    o Ledematen: hypotonie, hypertonie, dystonie, ataxie, gewrichten
  • Bij twijfel laagdrempelig zintuigelijke functies:
    o Audiologisch onderzoek
    o Oogheelkundig onderzoek
  • Genetische en stofwisselingsonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat vraag je in anamnese

A

o Zwangerschap en geboorte
o Overige gezondheid, aangeboren afwijkingen
o Niveau van ontwikkeling
o Autisme of ander afwijkend gedrag
o Epileptische aanvallen, neurologie
o Familieanamnese

17
Q

Waar let je op bij LO

A

o Hoofd; normaal, smal, groot, verandering
o Ogen: abnormale bewegingen, fundus
o Gelaat: dysmorfieën, spierzwakte, mondholte
o Haar: kleur en textuur
o Huid: hypopigmentatie of hyperpigmentatie, textuur, gegeneraliseerd of lokaal
o Ledematen: hypotonie, hypertonie, dystonie, ataxie, gewrichten

18
Q

Dystrofia myotonica type 1 (Steinert)

A
  • Skeletspier: myotonie, zwakte
  • Oog: cataract
  • Hart: aritmieën
  • Endocrien: infertilieit, testis atrofie, diabetes, hypothyreoidie,
  • CZS: verstandelijke beperking
  • Zwangerschap obstetrische risico’s
19
Q

Syndroom van Sotos, NDS1 gen

A
  • Macrocephalie, macrosomie
  • Hypertelorisme, prominente orbitarand, downslant
  • Kleine neus, puntige kind
  • Grote handen en voeten
  • Vooruitlopende skeletleeftijd
20
Q

Wanneer neurologisch onderzoek en welke?

A

Alleen op indicatie
- EEG: epilepsie
- EMG: spierzwakte en lage peesreflexen
- Neuroimaging: MRI, micro-/macrocephalie etc.

21
Q

Wat detecteert CNV?

A
  • Numerieke variaties
  • (micro)deleties
  • (micro)duplicaties, triplicaties
  • Mozaieken (soms)
  • Uniparentele disomie (obv SNP, indien isodisomie)
  • Regios van homozygositeit (ROH, hulp bij AR loci)
22
Q

Wat mist CNV?

A
  • Translocaties
  • Copy number variants <10 kB
  • Uniparentale disomie (bij heterodisomie)
23
Q

Wat is er bij syndromale CNVs?

A

Oorzaak van VB is meestal de novo

24
Q

Wat is er bij CNVs met variabele expressie

A

Heeft vaak bijdrage aan VB, soms geerfd van gezonde ouder

25
Q

Metabole ziekten als oorzaak van VB

A
  • Screening in urine en plasma door
    o Aminozuren, organische zuren, complexe oligosacchariden, mucopolysacchariden, siaalzuur, creatine, acylcarnitine, melkzuur
  • Op indicatie (bijv. neurologische uitval) liquor onderzoek
    o Glucose, melkzuur, aminozuren
26
Q

NGS sequencing

A

o Gehele genoom (WGS: 3Gb)
o Exoom (WES: 1% eiwit-coderende exonen, 25.000 genen)
o Transcriptoom (RNAseq)

27
Q

Beperkingen WES

A

o Onvoldoende dekking (capturing en amplificatie)
o Niet geschikt voor repeat-rijke gebieden (fragiele X)
o Beperkte CNV detectie
o Toevalsbevindingen
o Alleen coderende exonen gesequenced
o Methylering/imprinting

28
Q

Wat kan er bij sporadische patiënten zijn?

A

Er is een hoge frequentie van spontane de novo mutaties bij sporadische patiënten.

WES vraagt om post-uitslag fenotypering. Uitslag van WES vraagt om interpretatie!

29
Q

Indien geen diagnose na genetisch onderzoek?

A
  • Multidisciplinair overleg in expertise centra
  • Periodieke herbeoordeling
  • Multifactorieel? Niet genetisch?