Het ontstaan van aangeboren afwijkingen Flashcards

1
Q

Indelingen aangeboren afwijkingen

A
  • Erfelijk, niet erfelijk: je weet niet altijd zeker van te voren of iets erfelijk is. Exogene factoren spelen ook een rol (geneesmiddel, bestraling, trauma etc.).
  • Syndromaal, geïsoleerd
  • Major anomalie, minor anomalie
    Deformatie, disruptie, malformatie en dysplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fetal alcohol syndrome uiting

A

Heeft een variabel fenotype, zowel fysiek als mentaal.
* Vlakke, lange philtrum en dunne bovenlip
* Aangeboren hartafwijkingen, groeiachterstand, nier-, hersen en skeletafwijkingen
* Faciale dysmorfie, soms subtiel
o korte oogspleten
o lang en vlak philtrum
* Abnormaal cognitieve functie
* Gedragsproblemen tot op volwassen leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Teratologie

A

de kennis over alle agentia die structurele schade kunnen aanrichten bij zich ontwikkelende foetus gedurende de zwangerschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gevoeligheid voor teratogenen

A
  • hart: gedurende embryonale periode
  • CNS: vooral tot 7e week
  • ogen: tot 3 maanden
  • lippen en gezicht: 4-7 weken
  • palatum: tot 3 maanden
  • tanden: tot 8 weken
  • upper limbs: tot 6 weken
  • lower limbs: tot 7 weken
  • externe genitalia: 6 weken -3 maanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Principes van Wilson (waar is teratogeen effect afhankelijk van) > TENTAMENVRAAG

A
  • Structuur en werkingsmechanisme van de stof (bijv. steroisomeer van thalidomide is onschadelijk)
  • Dosis en duur van de blootstelling
  • Maternale modificatie van de dosis (hoeveelheid dosis veranderen, wat komt er bij het kind?)
  • Mogelijkheid de foetus te bereiken
  • Embryonale periode (specifiek gevoelige processen/periode)
  • De capaciteit van verschillende organen om de stof te metaboliseren
  • Genetisch bepaalde gevoeligheid van het organisme (moeilijke predictie vanuit dierstudies)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eindpunten reproductie-toxicologie/teratologie

A
  • In of subfertiliteit
  • Miskramen, doodgeboorte
  • Postnataal overlijden
  • Aangeboren afiwjkingen
  • Dysmorfe kenmerken/syndromen
  • Mentale/motore retardatie
  • Cognitieve defecten/gedragsstoornissen
  • Puberteitsstoornissen
  • Stoornissen van de voortplanting en andere derde generatie effecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor kun je teratogene blootstellingen hebben?

A
  • Geneesmiddelen (cave: maternale ziekten)
  • Genotmiddelen
  • Beroepsblootstellingen
  • Intoxicaties
  • Infecties (cave: maternale medicatie)
  • Maternale ziekten (cave: behandeling)
  • Straling (cave: maternale ziekten – diagnostisch en therapeutisch)
  • Voeding (teveel of te weinig, bijv. vitamine A, foliumzuur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Toxoplasmose

A

Toxoplasma gondii is een parasiet (protozoa) die de placenta kan passeren. Katten spelen een rol in de levenscyclus van T. gondii. Zwangere vrouwen dienen uit de buurt te blijven van kattenpoep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarin kan een foetale infectie met toxoplasmose in resulteren?

A
  • Hydrocephalie
  • Microphitalimie
  • Chorioretinitis
  • Hersenbeschadiging
  • Multipele overige orgaanschade en dysfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ernst toxoplasmose infectie

A
  • 1e trimester: 15-20% ernstige verschijnselen
  • 2e trimester: 25-30% ernstige verschijnselen
  • 3e trimester: 60% ernstige verschijnselen, waarbij 90% asymptomatisch bij geboorte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Congenitale rubella (in-utero infectie), uitingen

A
  • Glaucoom
  • Microcephalie
  • Cataract
  • Hartafwijkingen
  • Slechthorendheid
  • Mentale retardatie

Minder vaak voorkomend: skelet, viscerale en genitale afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mogelijkheden pathogenese rubella

A
  • Directe virale effecten
  • Schade door immuunrespons

Het virus stopt het delen van cellen  inhibitie van organogenese leidt tot malformaties. Veranderende organogenese resulteert in mamlformaties van het oog en het hart.

Een immuunrespons kan cellysis, weefseldestructie (incl. vaatwanden) en littekenvorming door ontsteking veroorzaken. Weefseldestructie leidt tot gehoorsverlies, hersenafwijkingen, cataract en a. pulmonalis stenose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeelden genetische predispositie congenitale afwijkingen

A
  • Niet iedere vrouw met DM1 krijgt een kind met een aangeboren hartafwijking. Wisselende suikers kan zorgen voor teratogeen effect (aangeboren hartafwijkingen, open rug).
  • Kinderen van vrouwen met epilepsie, die dezelfde dosis Valproaat in de zwangerschap gebruikten, hebben verschillende aangeboren problemen.
  • Het genetische verschil tussen mens en dier maakt het gevaarlijk dierexperimenteel onderzoek zondermeer naar de mens te extrapoleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Thaliomide (Softenon)

A

In 1965 op de markt gekomen als mild kalmerend middel tegen zwangerschapsmiddelijkheid (vnl. gebruikt in 1e trimester). In 1961 van de markt gehaald omdat het teratogeen bleek te zijn. Slechts 1 tablet kan een forse aangeboren afwijking veroorzaken. Er werden 5000-7000 kinderen met afwijkingen geboren.

Het tijdstip waarop je het neemt maakt heel veel uit voor de afwijking die kan ontstaan (gaat om verschillen per dag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Valporaat uitingen

A

Valporaat is een anti-epilepticum.

Het zorgt voor subtiele gelaatsafwijkingen.
- Smal voorhoofd
- Epicanthi
- Breed, vlakke neusbrug
- Korte neus
- Lang/vlak philtrum
- Kleine mond, dunne lippen
Radiale straalafwijkingen, hartafwijkingen, ontwikkelingsachterstand en lumbosacrale neurale buis defecten komen ook voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vitamine A (retinoic acid)

A

Is bij hele lage dosis al teratogeen. Gevoelige zwangerschapstermijn is 3e-5e week (voordat je weet dat je zwanger bent vaak). Afwijkingen:
- Craniofaciale afwijkingen
- Palatum schisis
- Neuraalbuisdefecten
- Cardiovasculaire afwijkingen
- Aplasie van thymus
- Psychologische beperkingen
- Corafwijkingen
- Kleinere kaak
- Nierafwijkingen

17
Q

TORCH complex

A
  • T: toxoplasma
  • O: others
  • R: rubella
  • C: cytomegalovirus
  • H: herpes symplex virus
  • S: Syfilis
18
Q

A-priori risico

A

het risico wat iemand heeft op dragerschap van een genetische aandoening puur op basis van diens positie in de stamboom t.a.v. de persoon met een bewezen mutatie, zonder daarbij rekening te houden met of tussenliggende personen klachten hebben of niet.

(cave: verminderde penetrantie)

19
Q

syndroom

A

een syndroom een is herkenbaar patroon van aangeboren afwijkingen waarbij de uiterlijke combinatie van kenmerken een onderscheid mogelijk maakt van alle andere patronen.

20
Q

major anomalie

A

afwijking die een nadelig effect heeft op de lichamelijke gezondheid en zelfs levensbedreigend kan zijn.

21
Q

minor anomalie

A

kenmerk dat bij minder dan 4% van de personen in een bepaalde bevolkingsgroep voorkomt. Heeft in het algemeen geen invloed op lichamelijke gezondheid, vaak wel psychische gevolgen.
- Viervingerlijn, sandal gap
Ze hebben een signaalfunctie.

22
Q

deformatie

A

een afwijkende vorm of positie die ontstaat als gevolg van mechanie krachten welke inwerkten op een aanvankelijk normale structuur. Wanneer de krachten opgeheven worden kan er een (begin van) spontane correctie optreden.
- Te weinig vruchtwater: klompvoeten, schedelcompressie

23
Q

disruptie

A

afwijkende vorm als gevolg van ernstige schade door extrinsieke factoren aan een aanvankelijk normale structuur. De schade beperkt zich niet tot de grenzen welke bij de normale embryonale ontwikkeling gevormd zijn. Spontane correctie is niet meer mogelijk.
- Amniotic bands, fetal brain disruption sequence

24
Q

oorzaken disruptie

A
  • Extrinsieke factoren zoals infectie, ischemie, bloeding, teratogenen, traumata
  • Een disruptie is op zich niet erfelijk. Erfelijke factoren kunnen wel predisponeren tot een disruptie en de ontwikkeling na schade beïnvloeden (bijv. erfelijke stollingsproblemen)
25
Q

malformatie

A

een afwijking van een orgaan, deel van een orgaan of lichaamsdeel van een reeds vanaf het begin afwijkend ontwikkelingsproces. Is vaak genetisch.
- Split hand, polydactylie
- Kan wel niet-erfelijk zijn (Softenon), erfelijk (genmutatie) of een combinatie van zijn

26
Q

dysplasie

A

een abnormale histiogenese (organisatie van cellen naar weefsels) en de morfologische gevolgen daarvan. Veel dysplasieën uiten zich in meerdere orgaansystemen, zoals bijv. bindweefselaandoeningen, skeletaandoeningen (osteogenesis imperfecta).
- Niet erfelijk (rachitis), erfelijk of een combi van