Maatschappijleer 3,2 + 3,3 + 3,4 Flashcards

1
Q

ideologie

A

verzameling van ideeën over wat belangerijk is in de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Links (sociaaldemocratie)

A

Overheid grijpt hard in om ongelijkheid tegen te gaan door bijvoorbeeld meer belasting voor de rijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rechts (liberalisme)

A

Overheid grijpt niet hard in vindt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Christendemocratie

A

politieke midden, zorgen voor naasten en de aarde. Overheid laat zoveel mogelijk over aan maatschappelijke organisaties (maatschappelijk middenveld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Progressief

A

politiek wil de maatschappij veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Converstatief

A

politiek wil de maatschappij niet veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Populisme

A

Tegen de huidige politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nationalistische

A

Voor het land zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ecologisme

A

Politieke stroming die voor de aarde is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Actiegroepen

A

Groepen die een doel willen berijken (Wakker dier wilt stoppen met plofkipeieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belangengroepen

A

Komt op voor belangen van bepaalde groepen zoals de LASK voor scholieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

politieke partij

A

groep mensen met dezelfde ideeen over een samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

one-issuepartij

A

partijen die een groep vertegenwoordigen (50+. BBB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

functies parlementaire democratie

A

Samenleving van ideeën, informeren, participatie, selectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

representatief

A

goeie indruk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

actief kiesrecht

A

Bij 18+ kan je stemmen

17
Q

passief kiesrecht

A

Verkiesbaar te stellen

18
Q

spindoctors

A

communicatiedeskundigen die kandidaten adviseren over een goed imago

19
Q

lijsttrekker

A

nummer een op de kandidatenlijst

20
Q

zwevende kiezers

A

kiezers die elke verkiezing op een andere partij stemmen