engels 5 Flashcards
1
Q
what conclusion does he reach
A
tot welke conclusie komt hij
2
Q
in connection with
A
met betrekking tot
3
Q
consider
A
beschouwen
4
Q
considering
A
in aanmkering nemend
5
Q
convey/expressed
A
duidelijk maken
6
Q
illustrate
A
illustreren
7
Q
imply
A
suggereren
8
Q
judging from
A
naar … te oordelen
9
Q
look upon
A
beschouwen
10
Q
meant to
A
willen
11
Q
outline
A
schetsen
12
Q
paragraph
A
alinea
13
Q
what point is made
A
wat is de kern van
14
Q
point out
A
wijzen op
15
Q
questioning
A
onderzoeken