Frans ExamenVoca 1 Nederlands>Frans Flashcards
1
Q
persoonlijke gegevens
A
coordonnées
2
Q
voornaam
A
prénom
3
Q
achternaam
A
nom de famille
4
Q
geboorteplaats
A
lieu de naissance
5
Q
geboortedatum
A
date de naissance
6
Q
verblijfplaats
A
domicile
7
Q
Hoe oud
A
Que âge
8
Q
vrijgezel
A
célibataire
9
Q
vindt leuk
A
plaît
10
Q
verliefd op
A
amoureux d’
11
Q
vriend
A
copain
12
Q
verloofde
A
flancé
13
Q
getrouwd
A
mariée
14
Q
gezin
A
famille
15
Q
geen zorgen
A
pas de soucis