Frans Zinnen D en J

Question 1

Wat doe je in het weekend?

Answer 1

J’aime faire de (sport)

Question 2

hou je van Teamsporten

Answer 2

Oui, ‘ca me plaît beaucoup / Non, je préfère les sport individuels

Question 3

Sporten

Answer 3

Je (sport)

Question 4

Wanneer hij traint

Answer 4

j’ai un cours le (dag)

Question 5

hoelang hij al speelt

Answer 5

j’ai commencé il y a (aantal) mois

Question 6

welk instrument speel jij/ wat doe je nog meer

Answer 6

Je ( instrument)

Question 7

waar was het concert?

Answer 7

C’etait au (plaatsnaam)

Question 8

was het druk?

Answer 8

Oui, il y a avait (aantal)

Question 9

met wie was je er?

Answer 9

J’y étais avec (persoon)

Question 10

hoe was het publiek?

Answer 10

Le public était très (enthousiaste)

Question 11

is het belangerijk om een goed instrument te hebben?

Answer 11

Oui, et aussi d’avoir un prof sympa

Question 12

Heb je een leuk weekend gehad?

Answer 12

Oui, super On a été à un concert de (artiest)

Question 13

hoe was het?

Answer 13

C’était incroyable