Frans voca b nl > frans Flashcards
1
Q
de wijk
A
le quartier
2
Q
wandelen
A
se balader
3
Q
levendig
A
vivant
4
Q
gevaarlijk
A
dangereux
5
Q
lawaaierig
A
bruyant
6
Q
het voetbalveld
A
le terrain de foot
7
Q
leven
A
vivre
8
Q
slapen
A
dormir
9
Q
de sfeer
A
l’ambiance
10
Q
de stijl
A
le style
11
Q
het voorwerp
A
l’objet
12
Q
de boekenkast
A
la bibliothèque
13
Q
het voetgangersgebied
A
la zone
14
Q
het openbaar vervoer
A
les transports en commun
15
Q
de groenvoorziening
A
l’espace vert