Economie module 4/5/6 Flashcards

1
Q

Intertemporele ruil/ruilen over de tijd

A

Het verplaatsten van het inkomen/consumptie/productie naar later.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Omslagstelsel

A

Geen ruil over de tijd want na je pensioen krijg je een AOW die wordt verzorgd door de werkende mens (vergrijzing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kapitaaldekkingsstelsel

A

Ruil over de tijd omdat je geld spaart in je werkzameleven en het later weer uitgeeft (koersdaling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verandering rente van de centrale bank

A

Rente naarbeneden is minder sparen en meer lenen waardoor bestedingen meer worden, productie meer wordt en er meer banen komen waardoor de economische crisis weg is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oplossen opbrengstenmatrix/opbrengstenboom

A

Als … dan … want

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dominante strategie

A

wie altijd dezelfde actie kiest ongeacht wat de ander doet benoem ook welke actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gevangendillema

A

Wanner beide spelers voor eigen belang gaan waardoor er geen optimale uitkomst is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verzonken Kosten

A

wanneer iemand een speciefieke investering doet die niet meet terugverdiend kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Externe effecten

A

Bijgekomende gevolgen van productie die niet in de prijzen van goederen zijn doorberekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Asymmetrische informatie

A

Ene partij heeft meer informatie dan de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ultiminatum spel

A

spelers zien elkaar nooit, speler 1 doet een voorstel en speler 2 mag dit accepteren of weigeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Averechtse selectie

A

mensen met een groot risisco laten zich wel verzekeren en mensen met een klein risisco niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Moral hazard

A

Als je niet verzekert ben je meer voorzichtig dan als je je wel verzekert. Als je je wel verzekert dan verandert je gedrag en wordt je minder zuinig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bonus Malus

A

meer schade claimen is een hogere premie en minder schaden claimen is een lagere premie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Solidariteit

A

Solidariteit kan de risico’s bij het verzekeren verkleiner doordat je als Solidariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly