Engels Trede 26 Flashcards
regio
region
continent
continent
oorsprong
native
stam
tribe
gemeenschap
community
voorouders
ancestors
straattaal
slang
gewoonte
custom
ruzie
quarrel
generatie
generation
inwoner
inhabitant
ceremonie
ceremony
inheems volk
indigenous people
schepping
creation
mythe
myth
legende
legend
hoofdpersoon
main character
halfgod
demigod
volksverhaal
folktale
kwaliteiten
qualities
held
hero
herhaling
review
mythologie
mythology
symboliek
symbolism
heel oud
ancient
traditioneel
traditionally
heilig
sacred
primitief
primitive
normaal
ordinary
fictief
fictional
bovennatuurlijk
supernatural
opvallend
distinctive
ingewikkeld
intricate
onbekend
unfamiliar
uitdagen
challenge (to)
uitvoeren
perform (to)
bewonen
inhabit (to)
samenwerken
team up (to)
overwinnen
overcome (to)
repeteren, oefenen
rehearse (to)
onderbreken
interrupt (to)
beïnvloeden
influence (to)
beheersen
restrain (to)
terugdrijven
repel (to)
bewaren
preserve (to)
doorgeven
pass down (to)