Les 42 Flashcards
1
Q
並ぶ ( ならぶ)
A
in een rij gaan staan I, intr
2
Q
包む ( つつむ)
A
inpakken, omwikkelen I, tr.
3
Q
沸かす ( わかす)
A
laten koken I, tr
4
Q
割る ( わる)
A
breken I, tr
5
Q
注ぐ ( そそぐ)
A
schenken, inschenken I, tr
6
Q
混ぜる ( まぜる)
A
mengen, mixen II, tr.
7
Q
広める ( ひろめる)
A
verspreiden II, tr.
8
Q
計算する ( けいさんする)
A
berekenen, uitrekenen III, tr
9
Q
丈夫 ( じょうぶ)
A
stevig na-A
10
Q
アパート
A
appartement
11
Q
弁護士 ( べんごし)
A
advocaat
12
Q
音楽家 ( おんがくか)
A
muzikant
13
Q
自然 ( しぜん)
A
natuur
14
Q
教育 ( きょういく)
A
onderwijs, opleiding
15
Q
文化 ( ぶんか)
A
cultuur
16
Q
社会 ( しゃかい)
A
maatschappij
17
Q
政治 ( せいじ)
A
politiek
18
Q
法律 ( ほうりつ)
A
recht, wet
19
Q
戦争 ( せんそう)
A
oorlog
20
Q
平和 ( へいわ)
A
vrede
21
Q
目的 ( もくてき)
A
doel
22
Q
論文 ( ろんぶん)
A
scriptie, paper
23
Q
楽しみ ( たのしみ)
A
plezier, vermaak
24
Q
ミキサー
A
blender, mixer
25
薬缶 ( やかん)
ketel
26
蓋 ( ふた)
dop, deksel
27
栓抜き ( せんぬき)
flesopener
28
缶切り ( かんきり)
blikopener
29
缶詰 ( かんづめ)
(conserven)blik
30
のし袋 ( のしぶくろ)
fraaie envelop voor giften
31
風呂敷 ( ふろしき)
telraam
32
体温計 ( たいおんけい)
thermometer (voor lichaamstemperatuur)
33
なぜ
waarom
34
どのくらい
hoe lang, hoe veel, in welke mate
35
ボーナスが出る ( ボーナスがでる)
je bonus krijgen
36
半分 ( はんぶん)
de helft
37
ローン
lening
38
カップ麺 ( カップめん)
cup noodles
39
世界初 ( せかいはつ)
eerste ter wereld
40
～によって
door…, vanwege…, afhankelijk van…
41
麺 ( めん)
noodles
42
市場調査 ( しじょうちょうさ)
marktonderzoek
43
国連 ( こくれん)
Verenigde Naties (afkorting van: 国際連合)
