Les 32 Flashcards
可笑しい ( おかしい)
vreemd i-A
うるさい
luidruchtig, vervelend (vgl. うるさい! ‘hou je bek!’) i-A
止む ( やむ)
ophouden I, intr
雨が止む ( あめがやむ)
ophouden te regenen I, intr
曇る ( くもる)
bewolken I, intr.
続く (つづく)
aanhouden, doorgaan (intr.) I, intr
熱が続く ( ねつがつづく)
de koorts houdt aan I, intr.
混む ( こむ)
druk worden (in trein, bus, op straat) I, intr
道が混む ( みちがこむ)
het wordt druk op straat I, intr.
空く ( すく)
rustig worden (in trein, bus, op straat) I, intr.
道が空く ( みちがすく)
het wordt rustig op straat I, intr
風邪をひく ( かぜをひく)
kou vatten I, tr
冷やす ( ひやす)
laten afkoelen I, tr.
晴れる ( はれる)
opklaren II, intr
試合に出る ( しあいにでる)
aan een wedstrijd deelnemen II, intr.
咳が出る ( せきがでる)
hoesten, kuchen II, intr
運動する ( うんどうする)
sporten, bewegen III, intr
成功する ( せいこうする)
succes hebben, slagen (niet voor examen) III, intr
失敗する ( しっぱいする)
falen III, intr
試験に失敗する ( しけんにしっぱいする)
zakken voor een examen III, intr
合格する ( ごうかくする)
slagen (voor een examen) III, intr
試験に合格する ( しけんにごうかくする)
slagen voor een examen III, intr.
無理をする ( むりをする)
zich uitputten, te veel doen III, tr.
火傷をする ( やけどをする)
een brandwond oplopen III, tr
怪我をする ( けがをする)
gewond raken III, tr.
咳をする ( せきをする)
hoesten, kuchen III, tr