Les 39 Flashcards
硬い ( かたい)
hard i-A
軟らかい ( やわらかい)
zacht i-A
汚い ( きたない)
vies i-A
恥ずかしい ( はずかしい)
gênant i-A
通る ( とおる)
doorkruisen, passeren I, intr.
道を通る ( みちをとおる)
een straat doorkruisen I, intr.
死ぬ ( しぬ)
sterven I, intr
太る ( ふとる)
aankomen (gewicht) I, intr
ぶつかる
botsen I, intr.
合う ( あう)
passen (bij) I, intr
答える ( こたえる)
antwoorden, beantwoorden II, intr.
質問に答える ( しつもんにこたえる)
een vraag beantwoorden II, intr
ビルが倒れる ( ビルがたおれる)
een gebouw valt om II, intr
痩せる ( やせる)
afvallen (gewicht) II, intr
びっくりする
schrikken, verbaasd zijn III, intr.
がっかりする
teleurgesteld zijn III, intr
安心する ( あんしんする)
opgelucht zijn III, intr
離婚する ( りこんする)
scheiden III, intr
西洋化する ( せいようかする)
verwesteren III, intr
操作する ( そうさする)
besturen III, tr
複雑 ( ふくざつ)
ingewikkeld na-A
邪魔 ( じゃま)
in de weg staan/lopen na-A
伝統的 ( でんとうてき)
traditioneel na-A
首相 ( しゅしょう)
premier
津波 ( つなみ)
vloedgolf
台風 ( たいふう)
tyfoon
雷 ( かみなり)
donder
火事 ( かじ)
brand
事故 ( じこ)
ongeluk
ハイキング
wandelen (hiken)
[お]見合い ( [お]みあい)
daten met als doel te trouwen
操作 ( そうさ)
besturing
会場 ( かいじょう)
plaats, locatie
~代 ( ~だい)
…kosten
~屋 ( ~や)
…verkoper (ook de winkel)
フロント
receptie, balie
~号室 ( ~ごうしつ)
kamer nummer…
タオル
handdoek
石鹸 ( せっけん)
zeep
お疲れ様でした。 ( おつかれさまでした。)
Dank voor uw harde werk., Goedendag
伺う ( うかがう)
vragen, luisteren, bezoeken [nederig]
途中で ( とちゅうで)
onderweg, halverwege
トラック
vrachtwagen
大人 ( おとな)
volwassene
洋服 ( ようふく)
(Westerse) kleding
今では ( いまでは)
tegenwoordig
成人式 ( せいじんしき)
coming of age-ceremonie
又 ( また)
en, bovendien, verder