Les 36 Flashcards
1
Q
珍しい ( めずらしい)
A
zeldzaam i-A
2
Q
事故に遭う ( じこにあう)
A
in een ongeluk verzeild raken I, intr
3
Q
腐る ( くさる)
A
eten bederft I, intr.
4
Q
運ぶ ( はこぶ)
A
vervoeren I, tr
5
Q
過ぎる ( すぎる)
A
passeren II, intr
6
Q
七時を過ぎる ( しちじをすぎる)
A
zeven uur passeren II, intr
7
Q
慣れる ( なれる)
A
wennen II, intr
8
Q
仕事に慣れる ( しごとになれる)
A
wennen aan werk II, intr
9
Q
チャレンジする
A
een uitdaging aangaan III, tr
10
Q
利用する ( りようする)
A
gebruiken, benutten III, tr
11
Q
特別 ( とくべつ)
A
speciaal na-A
12
Q
貯金する ( ちょきんする)
A
geld sparen
13
Q
剣道 ( けんどう)
A
kendo
14
Q
柔道 ( じゅうどう)
A
judo
15
Q
ラッシュ
A
spitsuur
16
Q
曲 ( きょく)
A
muziekstuk, lied
17
Q
毎週 ( まいしゅう)
A
iedere week
18
Q
毎月 ( まいつき)
A
iedere maand
19
Q
毎年 ( まいとし・まいねん)
A
ieder jaar
20
Q
このごろ
A
de laatste tijd
21
Q
やっと
A
eindelijk
22
Q
かなり
A
behoorlijk
23
Q
必ず ( かならず)
A
beslist
24
Q
絶対に ( ぜったいに)
A
absoluut
25
上手に ( じょうずに)
kundig, vaardig
26
できるだけ
zo veel mogelijk
27
ほとんど
bijna helemaal, bijna niet
28
お客様 ( おきゃくさま)
gast, klant (vgl. お客さん)
29
水泳 ( すいえい)
(het) zwemmen
30
乗り物 ( のりもの)
voertuig
31
～世紀 ( ～せいき)
…e eeuw
32
遠く ( とおく)
verte
33
汽車 ( きしゃ)
stoomtrein
34
汽船 ( きせん)
stoomboot
35
大勢の人 ( おおぜいのひと)
een enorm aantal mensen, een menigte
36
していらっしゃる
している [erend]
37
使っていらっしゃるんですね ( つかっていらっしゃるんですね)
使っていますね。 [erend]
