Les 40 Flashcards
サイズが合う ( サイズがあう)
de maat past I, intr.
酔う ( よう)
dronken worden, zeeziek worden, wagenziek worden I, intr.
うまく行く ( うまくいく)
goed gaan I, intr.
いらっしゃる
komen, er zijn, gaan [erend] I, intr
測る、量る ( はかる)
meten, wegen I, tr.
積む ( つむ)
inladen, opstapelen I, tr.
動かす ( うごかす)
bewegen (tr.), in beweging zetten I, tr
問題が出る ( もんだいがでる)
een vraag verschijnt [op de toets] II, intr
数える ( かぞえる)
tellen II, tr.
確かめる ( たしかめる)
bevestigen, controleren II, tr.
手に入れる ( てにいれる)
in handen krijgen II, tr.
出発する ( しゅっぱつする)
vertrekken III, intr
到着する ( とうちゃくする)
aankomen, arriveren III, intr.
相談する ( そうだんする)
overleggen III, int
必要 ( ひつよう)
noodzakelijk (cf. 必要 ‘noodzaak’) na-A
天気予報 ( てんきほう)
weerbericht
忘年会 ( ぼうねんかい)
eindejaarsetentje, -borrel
新年会 ( しんねんかい)
nieuwjaarsetentje, -borrel
二次会 ( にじかい)
afterparty
発表会 ( はっぴょうかい)
presentatiebijeenkomst
大会 ( たいかい)
conventie, evenement
マラソン
marathon
コンテスト
wedstrijd
表 ( おもて)
voorkant
裏 ( うら)
achterkant
間違い ( まちがい)
fout, vergissing
傷 ( きず)
wond, beschadiging
[お]年寄り ( [お]としより)
oudere, bejaarde
長さ ( ながさ)
lengte
重さ ( おもさ)
gewicht
高さ ( たかさ)
hoogte
大きさ ( おおきさ)
grootte
~便 ( ~びん)
vluchtnummer…
本 ( ほん)
[maatwoord voor lange dunne voorwerpen]
杯 ( はい)
[maatwoord voor inhoud van kopjes, bekertjes enz.]
センチ
centimeter
ミリ
milimeter
~以上 ( ~いじょう)
meer dan…, … of meer
~以下 ( ~いか)
minder dan…, …of minder
テスト
test, toets
成績 ( せいせき)
cijfer, prestatie
ところで
trouwens
様子 ( ようす)
aanblik, tafereel, situatie
事件 ( じけん)
incident
オートバイ
motor
爆弾 ( ばくだん)
bom
運転手 ( うんてんしゅ)
bestuurder
離れた ( はなれた)
afgelegen, ver weg
急に ( きゅうに)
plotseling
犯人 ( はんにん)
dader
今でも ( いまでも)
zelfs nu
ズボン
broek
長崎 ( ながさき)
Nagasaki, naam van een Japanse stad en prefectuur
仙台 ( せんだい)
Sendai, naam van een Japanse stad
JL ( ジャル)
Japan Airlines (ook: JAL)
七夕祭り ( たなばたまつり)
Tanabata festival, naam van een Japans festival
どうでしょうか。
どうですか。 [beleefd]