Les 27 Flashcards
素晴らしい ( すばらしい)
prachtig i-A
走る ( はしる)
rennen, rijden I, intr
道を走る ( みちをはしる)
over een weg rijden I, intr
飼う ( かう)
houden (van (huis-)dieren) I, tr.
開く ( ひらく)
openen, houden, organiseren I, tr
教室を開く ( きょうしつをひらく)
een cursus organiseren I, tr
見える ( みえる)
zichtbaar zijn, kunnen zien II, intr
山が見える ( やまがみえる)
de bergen zijn te zien II, intr.
聞こえる ( きこえる)
klinken, (kunnen) horen II, intr
音が聞こえる ( おとがきこえる)
het geluid is te horen II, intr
出来る ( できる)
ontstaan, gebouwd worden; kunnen II, intr
道が出来る ( みちができる)
een straat wordt gebouwd II, intr.
建てる ( たてる)
bouwen II, tr
付ける ( つける)
vastmaken II, tr
心配な ( しんぱいな)
zorgelijk na-A
大好きな ( だいすきな)
heel leuk vinden na-A
ペット
huisdier
鳥 ( とり)
vogel
声 ( こえ)
stem
波 ( なみ)
golf
花火 ( はなび)
vuurwerk
道具 ( どうぐ)
gereedschap, instrument (geen muziekinstrument)
クリーニング
stomerij
家 ( いえ)
huis
マンション
groot apartement (vgl. アパート ‘klein apartement, flat’)
キッチン
keuken
~教室 ( ~きょうしつ)
cursus ~ (vgl. 教室 ‘klaslokaal’)
パーティールーム
feestruimte
方 ( かた)
persoon (beleefde variant van 人)
~後 ( ~ご)
na ~, ~ later (tijdsduur)
~しか
slechts (in combinatie met ontkenning)
他の ( ほかの)
andere
はっきり
duidelijk
家具 ( かぐ)
meubilair, inboedel
本棚 ( ほんだな)
boekenkast
いつか
ooit
子供たち ( こどもたち)
kinderen
主人公 ( しゅじんこう)
hoofdrol
形 ( かたち)
vorm
不思議な ( ふしぎな)
wonderlijk, mysterieus
ポケット
broekzak, vakje in een tas e.d
例えば ( たとえば)
bijvoorbeeld
自由に ( じゆうに)
vrijelijk
空 ( そら)
de lucht
飛ぶ ( とぶ)
vliegen (跳ぶ ‘springen’)
昔 ( むかし)
vroeger, het verleden
自分 ( じぶん)
zelf, zichzelf
将来 ( しょうらい)
nabije toekomst
ドラえもん
Doraemon, naam van een fictief personage