5.4 display advertising Flashcards

1
Q

online display advertising

A

online bannering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

standaardbannerformaten

A
  • skyscraper
  • bredere skyscraper
  • medium rectangle
  • half page ad
  • large rectangle
  • full banner
  • leaderboard
  • billboard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

technieken om banners te bouwen

A
  • statische banner
  • animerende GIF
  • flash
  • HTML5
  • backup GIF
  • rich media
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

richtlijnen en specificaties waaraan banners moeten voldoen

A
  • uniformiteit bewaken
  • bezoekers van hun website niet onnodig belasten met afwijkende uitingen
  • technische specificaties waar de adverteerder zich moet houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

adservingsysteem

A

de specificaties/ eisen waaraan de adverteerder moet voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

specificaties/richtlijnen

A
  • Formaten: grootte
  • Kilobytes (kB): zwaarte
  • Loops: aantal keer dat banner mag afspelen
  • Duur: meestal rond 30 sec, daarna staat de banner stil
  • Clicktag: een parameter die wordt gebruikt in banners, de variabele die de bestemmings-URL of –pagina van de banner de0nieert. Dankzij de clicktag
    kunnen data zoals clicks en bannervertoningen worden gegeneerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

high impact uiting of rich media uitingen

A

uitingen op maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

high impact uiting of rich media veelvoorkomende uitingen

A
  • takeovers: overnemen webpagina
  • prerolls: reclame uiting die wordt vertoond voordat je de werkelijke video kunt zien
  • expandables: banner die uitklapt als je muis erover heen gaat
  • floorads: een banner die over de volledige breedte onderaan wordt
    vertoond
  • nieuwe formaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ontwikkeling van een banner

A
  • aansluiten bij merk
  • goede design- en technische vaardigheden aanwezig
  • krachtige boodschap
  • sterke en bondige call to action
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

partijen

A
  • adverteerder

- website-eigenaar (website exploitant of publisher)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

media exploitant

A

Er zijn verschillende netwerken die de display advertising voor groepen van websites regelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

van direct selling tot selfservice

A
  • direct selling: direct inkopen van advertentieruimte bij website eigenaar
  • saleshouses: website-eigenaar besteedt advertentieruimte uit aan saleshouses.
  • advertentienetwerken:biedt publishers de mogelijkheid om
    advertentieruimte te (ver)kopen
  • selfserviceplatform: zelf advertenties plaatsen op geselecteerde websites.
  • realtime bidding: via ad exhanges direct en realtime te ‘bieden’ op de advertentieruimte.
  • deal ID: publishers en adverteerders kunnen speciale afspraken maken,
    daarbij wordt een deal ID gebruikt (een stukje code waarmee het systeem specifeke advertentieruimte kan herkennen en de campagne daarop kan
    richten).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ad exhanges

A

zijn platformen die automated buying and selling van online media mogelijk maken in realtime

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

realtime bidding RTB

A

het bieden op die advertentieruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

targeting

A

het doel van display advertising is altijd om de juiste persoon, op het juiste moment, met de juiste boodschap te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

basisopties voor targeting

A
  • fixed: een specifeke positie die voor een bepaalde tijd en
    vertoningsvolume wordt gekocht.
  • ROS run of site: op meerdere posities, maar op 1 site.
  • RON ( run of network): ver het gehele netwerk van de uitgever of exploitant.
  • ROC (run of channel of run of category): binnen een bepaalde categorie op een site.
17
Q

sociodemografische en geografische targeting

A

Targeting op basis van persoonsgegevens zoals woonplaats en geslacht enz.

18
Q

contextual targeting

A

worden de banneruitingen afgestemd op de content die op de desbetreffende webpagina wordt getoond

19
Q

behavioural targeting

A

Banners op basis van eerder getoond internetgedrag (VB. iemand zoekt reis naar
NY, later wordt er een banner bij Nu.nl vertoond over vliegreizen van KLM).

20
Q

audience targeting

A

dat er dataprofielen worden ingekocht op basis van vooraf gedetineerde doelgroepvariabelen.

21
Q

CPM

A

cost per mille, afrekenen op basis van duizend banner vertoningen

22
Q

CPM is afhankelijk van

A
  • grootte van de banner
  • positie van de banner
  • umfeld
  • marktwerking
  • targeting
23
Q

cost per click of cost per action

A

Betalen per klik op een advertentie of een actie die de bezoeker moet doen (VB.
voor nieuwsbrief aanmelden).

24
Q

Vooraf moet de adverteerder een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden
helder hebben

A
  • doelgroep
  • Boodschap/propositie
  • Doelstellingen en key performance indicators:
    Alles begint met het
    doel, de belangrijkste vragen zijn dan ook: wat is het doel van de campagne?
    Wat wil je met de bannercampagne precies bereiken? Wanneer is de
    campagne succesvol? Deze vragen worden behandeld aan de hand van:
    1. Awareness
    a) uniek bereik
    b) contactfrequentie
    c) above/under the fold, hoevaak zal banner boven of onder de vouw worden vertoond
    d) viewtime
    e) bannerinteractie
    2. Capture, hoeveel mensen klikken op de banner en komen langs de landingspagina
    3. Conversion/activatie, mensen online tot iets aanzetten of activeren iets te doen
    4. Loyalty
  • Mediaplan en budget
  • Tra?c campagnemateriaal, wanneer de campagne wordt ingeregeld
    heet die tra/c. Het campagnemateriaal wordt ingeboekt, de pixels worden
    gegenereerd en gepaalts om de campagne door te meten en er wordt getest
    of alles werkt. Voordat de campagne livegang moet alles goed getest worden
    (animatie, doorklikken, data binnenkomst en conversies doorgemeten).
  • Campagnemanagement
  • Conversieattributie
25
Q

incentive

A

is een extra stimulans, een cadeau of een korting.

26
Q

flights

A

Een campagne kan uit meerdere fights bestaan, bijvoorbeeld eerste twee weken van maart en laatste twee weken van april.