3.3 model voor online consumentengedrag Flashcards

1
Q

zes stadia aankoopproces

A
  • behoefteherkenning
  • informatie zoeken
  • evaluatie van alternatieven
  • keuze van verkoopkanaal
  • aankoop
  • resultaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

informatie zoeken

A
  • intern zoeken
  • extern zoeken
  • routinematig aankoopgedrag
    -kan op basis van routinematig aankoopgedrag en
    uitgebreid zoeken. Uitgebreid zoeken kent 2 fasen. Eerst zoeken naar alternatieven en producten die passen bij de voorkeuren. Daarna zoeken naar gedetailleerde informatie voor de alternatieven. Hoeveel gedetailleerde informatie gezocht wordt hangt af van de betrokkenheid bij de koopbeslissing (involvement)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

consumenten kiezen voor een informatiebron op basis van

A
  • geboden informatie
  • gemak
  • gepresenteerde assortiment
  • gepercipieerde risico’s
  • plezier in gebruik van het kanaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

keuzeparadox

A

internet bevat enorme hoeveelheid informatie en koopalternatieven, hoe meer de consument overweegt, hoe beter de kwaliteit van zijn beslissingen. Maar aan der andere kant kost het bestuderen van alle mogelijkheden veel tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

evalueren van alternatieven

A
  • evaluatiecriteria

- zorgt uiteindelijk voor een keuze dat de consument de grootste waarde biedt (perceived value)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

keuze van verkoopkanaal

A

producten die uiteindelijk in de fysieke
winkel worden verkocht, van een andere aanbieder dan online, heet free riding. Er zijn drie mogelijkheden om free riding te verminderen.
1. kanaalintegratie online en offline winkels kunnen naast elkaar worden gebruikt.
2. eenheid in boodschappen online en offline.
3. het stimuleren van online als offline bezoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aankoop

A
  • winkelmandje gebruiken niet waarvoor het bedoeld os
  • winkelmandje wat de totale prijs is
  • intentie om wat te kopen, maar komen obstakels tegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

resultaat

A

bij positief resultaat komt klant terug, online heet dit eloyaliteit.
Dit wordt bevorderd door:
1. customization aanpassen aan de individuele klant.
2. contact interactivity betrokkenheid tussen bedrijf en klant.
3. cultivation mate waarin bedrijf relevante informatie aanbiedt aan de klant.
4. care de aandacht die bedrijf geeft aan alle activteiten, voor en na de verkoop.
5. community denk aan forums waar klanten samen online een sociale eenheid zijn.
6. choice bedrijven kunnen online een breder en dieper assortiment aanbieden.
7. convenience gemak waarin de website voldoet voor de klant.
8. character merkimago dat het bedrijf wil overbrengen aan de klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

online marketing funnel

A
  • bezoek
  • boeien
  • beslissen
  • bestellen
  • betalen
  • binden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly