3.4 Online marktonderzoek Flashcards

1
Q

op welke twee manieren wordt internet gebruikt voor het uitvoeren van onderzoek?

A
  • Internet wordt gebruikt voor het stellen van vragen aan mensen.
  • Internet wordt gebruik voor het registreren van gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

massamediafase

A

afstand van merken tot consument het grootst en het is vooral de marketeer die boodschappen zendt naar de consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

internetfase

A

ontstaat er dialoog tussen consument en merk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

social media fase

A

niet alleen dialoog, maar ook wederzijdse beïnvloeding. de marketeer observeert hoe de consument het merk beleeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

marktonderzoek

A

is het objectief en systematisch informatie verzamelen over bepaalde markten of klanten met het doel om inzichten te verkrijgen en gefundeerde beslissingen te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doel kwantitatief onderzoek

A

om via grote steekproeven uitspraken te kunne doen over een populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

steekproef

A

houdt in dat dat als niet iedereen in de populatie aan het onderzoek kan deelnemen, men een deel uit de populatie selecteert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

methoden:

A
  • online onderzoek
  • telefonisch onderzoek
  • schriftelijk onderzoek
  • persoonlijk onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

internetfase kenmerken

A

door de nieuwe online mogelijkheden voor onderzoek, vooral door de hoge penetratie van internet in Nederlandse huishoudens en de toenemende snelheid van de internetverbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

snelle opmars van online marktonderzoek is te danken aan een groot aantal voordelen

A
  • kosten
  • snelheid
  • tijdstip
  • verrijking database
  • verwerking
  • toonmateriaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gamification

A

winnen van prijzen en speltechnieken bij het beantwoorden van vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

manieren van online onderzoek

A
  • website-enquetes

- e-mail (gestuurde) enquetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

e-mail (gestuurde) enquetes

A
  • online access panels
  • klantendatabase
  • klantenpanels
  • marketingdatabases
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kanttekeningen bij online onderzoek

A
  • representativiteit

- kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

eisen online marketingonderzoek

A
  • populatie
  • steekproef
  • validiteit
  • betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
  • steekproefomvang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

technieken in online marktonderzoek

A
  • eyetracking
  • mousetracking
  • online focusgroepen
  • online communities
  • online website measurment
  • pixeltechniek
  • blogs en social media analyses
  • mobile research
  • neuroscience
17
Q

eyetracking

A
  • via speciale camera is vast te leggen waar het oog naar kijkt.
  • voordeel: objectief vastleggen
  • nadelen: hoge kosten
  • heat maps of mountain views
18
Q

mousetracking

A
  • kwantitatief van aard

- verband tussen oog-en muisbewegingen

19
Q

online focusgroepen

A
  • gebaseerd op traditionele focusgroep, een kwalitatieve onderzoeksvorm, waarin een beperkt aantal mensen via een groepsleider of interviewer naar de dieperliggende redenen op zoek gaat.
  • voordeel: geen grenzen dus internationaal uitvoerbaar
  • nadeel: beperkt is in het registeren van non-verbale communicatie
20
Q

online communities

A
  • online groepen waarin vooral klanten kunnen deelnemen aan onderzoeken
21
Q

online website measurement

A

vastleggen websitebezoek

  • voordeel: zuiver passief meetinstrument oftewel, de software registreert het online gedrag waardoor de onderzoeker geen beroep hoeft te doen op het geheugen van de respondent.
  • nadeel: het is niet zeker wie er achter de computer zit en bij veel aanbieders van deze techniek zijn er ook problemen met nieuwere devices als mobiele telefoons
22
Q

pixeltechniek

A

laat zich het beste omschrijven als een stukje code dat wordt geplaatst in een online uiting zoals een banner

23
Q

mobile research

A
  • voordeel: consument altijd te bereiken
24
Q

neuroscience

A

techniek die reacties van het brein zichtbaar maakt