ZO week 6 Flashcards

1
Q

wat zijn 4 manieren waarop verschillende AB aangrijpen op bacteriën?

A
  1. aan de bacteriële celwand en celmembraan
  2. aan de bacteriële nucleïnezuursynthese
  3. synthese van foliumzuur
  4. bacteriële ribosomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kun je de vier verschillende resistentiemechanismen uitleggen en de kennis toepassen.

A

1 onwerkzaam maken van AB door de bacterie
2 opname remmen van AB in de bacterie
3 het Ab de bacterie uitpomen
4 doeleiwit van AB veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Moet je van 2 antibiotica (ceftriaxon en meropenem) weten tot welke klasse antibiotica ze behoren

A

ceftriaxon hoort bij cefalosporine-Ab en meropenem hoort bij carbapenem-AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een uveitis?

A

het middelste deel van het oog: iris, straallichaam en vaatvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn 3 infectieuze verwekkers van uveitis?

A
  • herpesvirus
  • toxoplasma gondii (parasiet)
  • bacteriën (TBC, syfilis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn 3 niet-infectieuze verwekkers van uveitis?

A
  • auto-immuunziekte
  • trauma
  • overgevoeligheidsreactie op medicatie of chemicaliën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke symptomen zijn over het algemeen visusbedreigend?

A

afwijkende pupil, cornea oedeem en oculaire pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke oogafwijkingen zijn visusbedreigend?

A

hyphaema, iritis, acuut glaucoom, cornea infectie, orbitale cullulitits en scleritits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan welke oorzaken denk je in de eerste plaats bij fotofobie

A

Je denkt aan cornea erosies en iritis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar kan een glomerulonefritis in worden ingedeeld?

A
  • nefrotisch syndroom (proteïnurie van >3,5g/d en oedeem)
  • nefritisch syndroom (hematurie en hypertensie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de locatie van antilichaam depositie?

A

nefritisch: mesangiaal en subendotheliaal
nefrotisch: subepitheliaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijnde meest voorkomende glomerulonefritiden die zorgen voor een nefrotisch syndroom?

A

kind: MCD
volwassen: membraneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijnde meest voorkomende glomerulonefritiden die zorgen voor een nefritisch syndroom?

A

kind: post-infectieus
volwassen: IgA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke van de opgesomde primaire glomerulonefritiden kunnen als complicatie van systemische lupus erythematodes optreden? Noem er vier.

A
  • Mesangiale glomerulonefritis
  • Focale (segmentale) proliferative glomerulonefritis
  • Diffuse proliferative glomerulonefritis
  • Membraneuze glomerulonephritis
    Membraneuze glomerulonephritis en focale (segmentale) proliferatieve glomerulonefritis gaan gepaard met een nefrotisch syndroom.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk ander celtype dan epitheliale cellen draagt bij aan de vorming van crescents?

A

monocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de voornaamste barrière voor de filtratie van eiwitten?

A

Filtratie slit en glomerulaire basaal membraan.

17
Q

Kun je een mechanisme beschrijven waardoor de glomerulaire filtratiebarrière permeabel wordt voor eiwitten?

A

Afname van de ladingsselectiviteit en/of afname van de grootte selectiviteit.

18
Q

Noem drie mogelijk fluorescentiepatronen.

A

Membraneus granulair
Membraneus lineair
Mesangiaal

19
Q

Wat is de benaming van de nieren die uiteindelijk vrijwel geen functie meer hebben na verloop van tijd? Kan de primaire nierziekte nog herkend worden bij pathologisch onderzoek van deze nieren?

A

Endstage kidneys. Er is geen diagnose van primaire nierziekte meer mogelijk.