OPEN vragen tentamen Flashcards
Op jouw spreekuur zie je een 5-jarig meisje met sinds 2 dagen koorts tot 40 graden.
Het meisje wil niet meer lopen. Ze heeft een dikke knie die warm aanvoelt, rood van
kleur is en fors pijnlijk is. Bloedonderzoek laat een leukocytengetal zien van
20x10*9/l. met een CRP van 100mg/l.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
septische (=bacteriële) artritis
Reumatoïde artritis is een auto-immuunziekte waarbij gewrichten chronisch
ontstoken zijn.
1 Welke antistoffen zijn belangrijk in reumatoïde artritis? (1p)
2 Waar zijn deze antistoffen tegen gericht? (1p)
- IgM-RF: gericht tegen Fc staart van IgG
- Anti-CCP: gericht tegen gecitrullineerde eiwitten
Transplantaat patiënten worden langdurig blootgesteld aan immunosuppressiva om
een afstoting te voorkomen.
1 Wat zijn twee potentiële bijwerkingen voor patiënten die blootgesteld zijn
aan het langdurig gebruik van immunosuppressiva? (2p)
2 Noem bij elk van de door jou genoemde bijwerkingen één ziekteverwekker
die daarbij betrokken is (noem twee ziekteverwekkers in totaal). (1p)
- opportunistische infectie (= aspergillus)
- maligniteit (HPV)
Het krijgen van een infectie na een orgaantransplantatie leidt tot bepaalde risico’s.
Noem drie van deze risico’s
- The ‘net state of immunodeficiency’:
-Hoeveelheid/soort immuunsuppressie,
-Vroegere therapie, bv chemotherapie,
-Mucocutane barrier integriteit: centrale lijnen, catheters, drains
-Neutropenie, lymfopenie
-Onderliggende immuundeficiënties
-Metabole conditie: uraemie, ondervoeding, diabetes, cirrhosis
-Virus infecties met immuunmodulerende virussen (CMV. HSV)
-Epidemiologische expositie aan bepaalde pathogenen
Tijdens de T-cel gemedieerde alloreactie van de ontvanger tegen het transplantaat
kan vreemd HLA van de donor via de directe route en/of de indirecte route herkend
worden door de T-cellen van de ontvanger.
Wat is het essentiële verschil tussen beide routes?
Bij de ene heb je dat die het HLA molecuul van de donorcel herkend maakt niet uit welk antigeen daar in gepresenteerdwordt
Bij de ander herkend die een stukje peptide wat oorspronkelijk een hlamolecuulwas
Noem twee herpesvirussen die bij een kind van 8 jaar blaasjes van de huid
kunnen veroorzaken
HSV-1, HSV-2 en VZV
Opportunistische infecties zijn ongewoon. Als je deze ziet in de kliniek denk je zeker
aan een immuundeficiëntie.
Noem drie verwekkers van dergelijke infectie
EBV, CMV, HZV en VZV
Een voorbeeld van een primaire immunodeficiëntie is severe combined
immunodeficiency (SCID).
1 Welke celtype is altijd aangedaan bij SCID? (1p)
2 Welk type infecties zijn kenmerkend voor SCID patiënten? (1p)
3 Wat is de standaard behandeling van SCID patiënten? (
- De T-cellen
- Virale infecties OF opportunistische infecties
- Hematopoietische stamceltransplantatie
Noem drie redenen waarom het van belang is om een HIV infectie zo vroeg
mogelijk op te sporen
- start therapie
- voorkomen van opportunistische infecties
- voorkomen van verspreiding
Wat is het meest prevalente mechanisme van resistentie tegen β-lactam
antibiotica?
de aanwezigheid en expressie van bèta-lactamase enzymen
adalimumab en Infliximab zijn antistoffen.
Bij welke van deze antistoffen is de kans op antistofvorming het grootste en
waarom?
infliximab is een chimere antistof en adamalimumab is gehumaniseerd dus infliximab
en analist moet de bloedgroep bepalen van een jongen van wie de ouders de
volgende bloedgroepfenotypen hebben:
Moeder: B Rh-
Vader: A Rh-
Hij heeft de volgende reagentia tot zijn beschikking:
Antisera: anti-A, anti-B, anti-A+B, anti-D
Welk reagens of welke reagentia moet de analist minimaal gebruiken om de
bloedgroep van de jongen met zekerheid te kunnen vaststellen?
anti-A en anti-B
Lees de volgende zin over reumafactoren:
‘Reumafactoren zijn voornamelijk …[1]… antistoffen, die gericht zijn tegen het
Fc gedeelte van …[2]…’
1 Welk antistof isotype hoort op plaats [1]? (1p)
2 Welk antistof isotype hoort op plaats [2]? (1p
IgM en 2 IgG
Met welk structuur van het oog wordt de lens op haar plaats gehouden?
Zonula vezels
Karakteristiek voor reumatoïde artritis (RA) is chronische gewrichtsontsteking en
schade aan bot en kraakbeen.
1 Welke cytokine staat centraal voor ontsteking in het gewricht? (1p)
2 Welke cytokine staat centraal voor schade aan het bot? (1p)
- TNF-a
- RANKL
Noem drie extra-articulaire kenmerken van spondylartropathieën
- Uveïtis
- Psoriasis
- IBD: colitis ulcerosa/ crohn
Welke micro-organisme is de meest voorkomende verwekker van een
septische artritis?
stapfylococcus Aureus
Het doorbreken van externe barrières door medische ingrepen kunnen het risico op
infecties verhogen.
1 Noem één medische ingreep die tot het doorbreken van de huid kan leiden.
(1p)
2 Noem één medische ingreep die tot het doorbreken van de slijmvliezen kan
leiden. (1p)
- Doorbreken van de huid door een infuus, drain, operatiewond
- Doorbreken van de slijmvlies-barrière door urinecatheter, beademingsbuis
Benoem de belangrijkste drie targetorganen van acute graft-versus-host
ziekte.
lever, huid en darm
immunodeficiënties kan men verdelen in primaire en secundaire immunodeficiënties.
Noem vier mogelijke oorzaken van een secundaire immunodeficiëntie
- Infecties:HIV,CMV EBV, mazelen, waterpokken
- Geneesmiddelen
- Bestraling
- Ondervoeding
- Maligniteiten
- “protein losing enteropathy”(eiwitverlies via darmen)
- erfelijke ziekten/stofwisselingsziekten
- diabetes mellitus, syndroom van Down, nierfalen,ondervoeding, sikkelcelanemie
- chemische stoffen:Chemotherapie bij kanker, corticosteroiden, immuunsuppressiva, bestraling
- Bloedziekten en kanker:alle vormen van kanker, aplastische anemie, histiocytose, leukemie, lymfomen, myelofibrose,
myelomen - Operaties :verbranding, verwijdering van de milt
Een infectie in de zwangerschap kan in sommige gevallen leiden tot een infectie bij
het kind.
Noem twee verwekkers die een congenitale infectie kunnen veroorzaken.
Rubella/CMV/HIV/Tox/lues/Syfilis, Treponema pallidum, HSV/VZV/Parvo B19
Benoem drie alarmsignalen bij kinderen met koorts, die maken dat je de
patiënt op zeer korte termijn moet beoordelen.
Ernstig ziek zijn, snelle achteruitgang; anders ziek dan ouders gewend zijn, minder dan de helft drinken of halve dag niet
geplast, sufheid; ontroostbaar huilen; aanhoudend braken, niet wegdrukbare huiduitslag, veranderde huidskleur;
veranderd ademhalingspatroon, kreunen, periodes van ademstilstand; aanwijzingen convulsie, trekkingen, leeftijd jonger
dan 1 maand.
Erfelijke autoinflammatoire aandoeningen kunnen een autosomaal dominant
overervingspatroon hebben.
Verklaar kort de dominante overerving aan de hand van de pathogenese van
een autoinflammatoire aandoening
Bij autoinflammatie is het innate immuunsysteem extreem gevoelig voor activatie, b.v. door constitutieve
inflammasoomactivatie en IL-1 productie. Als een mutatie in één allel leidt tot een constant actief inflammasoomeiwit, is
alleen productie van pro-IL-1beta eiwit nodig voor het produceren van actief IL-1beta, ook al is het andere allel normaal
Het begrip ‘titer’ wordt gedefinieerd als de reciproke waarde van de … [1] … die in
de test … [2] … laat zien.
Vier mogelijke antwoorden voor [1] en [2] zijn:
- verdunning van het serum
- antigeen verdunning
- net geen volledige reactie meer
- nog net een volledige reactie
[1] Verdunning van het serum (1p)
[2] Nog net een volledige reactie (1p)