IC.9.8: Immuungecompromitteerde patiënt met infectie Flashcards

1
Q

wat gebeurt er door een endotracheale tube?

A

de functie van de slijmvliezen en de trilharen gaat verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke verwekker zorgt voor een bacteriaemie bij een centrale lijn?

A

staphylococcus aureus of coagulase negatieve staphylococ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat valt onder de innate humorale afweer?

A

lysozymen, lactoferrine, complement en cytokinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bij welke immuunstoornis heb je een stoornis van complement?

A
  • te weinig aanmaak en dat kan in C1-C4 of Cd-C9
  • te veel verbruik van C3 en dan krijg je een systemische lupis erythematodes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn gerelateerde infecties van complement?

A

gekapselde bacteriën
- s. penumoniae
- H. influenza
- S. aureus
- Neisseria meningitidis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat valt onder de innate cellulaire afweer?

A

fagocyten, neutrofiele granulocyten, monoyten, NK-cellen en DC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor krijg je een stoornis van de neutrofiele granulocyten?

A

afwijkingen in aantal (chemo) en functie van de neutrofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn schimmel en gisten die voorkomen bij neutropenie?

A

schimmel: aspergillus
gist: candida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een functiestoornis?

A

chronische granulomateuze ziekte (S.aureus of pseudomonas): stoornis bij intracellulair doden van micro-organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat veroorzaakt stoornissen in Ig?

A

te weinig B-cellen of slechte kwaliteit B-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke stoornissen zie je bij te weinig B-cellen?

A
  • agammaglobulinemie
  • CVID
  • na allogene SCT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke stoornissen zie je bij te slechte kwaliteit B-cellen?

A
  • multiple myeloom
  • chronische lymfoblast leukemie (CLL)
  • HIV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn gerelateerde infecties aan te weinig B-cellen?

A

weinig IgG
gekapselde bacteriën streptococcus pneumonia, Haemophilus influenza

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn gerelateerde infecties aan slechte kwaliteit B-cellen?

A

maakt geen IgA
darminfecties: giardia lamblia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waardoor is er een slechte kwaliteit van T-cellen?

A
  • corticosteroïden
  • transplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waardoor zijn er te weinig T-cellen?

A

HIV-1 en als CD4 dan op het niveau zit heb je kans op bepaalde infecties erbij (toxoplasmose, TBC, CMV)

17
Q

wat zijn opportunistische virus infecties?

A

HSV, VZV, CMV en EBV

18
Q

wat is het verschil tussen VZV en HZV?

A

HZV is van gordelroos en VZV is algemene term voor waterpokken en gordelroos

19
Q

wat zijn opportunistische bacteriën?

A

legionella, salmonella, listeria, M. tuberculosis, M. avium. Nocardia

20
Q

wat zijn opportunistische gisten en schimmels?

A

candida, cryptococcus, histoplasma, pneumocystis carinii

21
Q

wat zijn opportunistische parasieten?

A

toxoplasma gondii

22
Q

welke ziekte is een combinatie van B-cel en T-lymofocyten stoornis?

A

SCID