VO week 9

Question 1

wat wordt na een transplantatie gegeven om afstoting te voorkomen?

Answer 1

immunosuppressiva. dit verhoogd het risico op opportunistische infecties en maligniteiten (EBV, HPV)

Question 2

hoe ziet cellulaire afstoting eruit?

Answer 2

een homogeen lymfocytair beeld

Question 3

hoe ziet humorale afstoting eruit?

Answer 3

er zijn fagocyten (macrofagen) te zien. humorale afstoting kan worden aangetoodn door anti-C4d. C4d is nml een afbraak product van C4b

Question 4

wat is een complicatie van donororganen?

Answer 4

alle krijgen last van atherosclerose maar de kans op infarct blijft relatief laag, maar dit is wel de reden waarom een transplantaat niet eeuwig mee gaat

Question 5

wat is het kenmerk van aspergillus infectie?

Answer 5

GEEFT EEN TAKKENBOS IN HET LONGWEEFSEL

Question 6

wat is het voordeel van niertransplantaties?

Answer 6

de grootte van de nieren maakt niet veel uit waardoor er per patiënt een groot aantal donoren beschikbaar is en betere HLA-matching gedaan kan worden

Question 7

wie is de boos doener bij de graft-versus-host reactie

Answer 7

de ontstekingscellen van de donor

Question 8

wat is het verschil onder microscoop tussen graft-versus- host reactie en geneesmiddelreactie?

Answer 8

geneesmiddel geeft meer eosinofielen en minder necrose

Question 9

wat wordt er bij een allergische reactie gegeven?

Answer 9

corticosteroïden

Question 10

wat is het verschil tussen exsudaat en transsudaat?

Answer 10

exsudaat heeft een hoog eiwitgehalte doordat het vat beschadigd is
transsudaat een laag gehalte omdat er verlaagd colloïd osmotische druk of verhoogde hydrostatische druk is

Question 11

wat is het verschil tussen een abces en een empyeem?

Answer 11

abces is pus in een niet eerder bestaande holte. empyeem is pus in een al bestaande holte