ZO week 10 Flashcards
Welke twee auto-antilichamen komen vooral voor in RA en welke is uniek voor RA?
Reumafactor (RF) en antilichamen gericht tegen gecitrullineerde peptiden/eiwitten (ACPA = anti-citrullinated protein/peptide antibodies) bijvoorbeeld anti-CCP antilichamen.
ACPA (bijvoorbeeld anti-CCP antilichamen) zijn zeer specifiek voor RA.
Noem drie pro-inflammatoire cytokinen die belangrijk zijn in de pathogenese van reumatoïde artritis.
TNFalpha, IL-1beta, IL-6
Welk cytokine is essentieel voor botafbraak en welk eiwit is in staat dit te neutraliseren? Welk cytokine ratio bepaalt het osteoclastogenese proces?
RANKL is essentieel voor osteoclastogenese en activatie van osteoclasten. Osteoclasten spelen een centrale rol in botafbraak (“bot afbrekende cellen”). OPG is een decoy eiwit dat kan binden aan RANKL en voorkomt dat RANKL kan binden aan zijn receptor RANK. De balans RANKL/OPG bepaalt de mate van botafbraak.
Welke medicijnen schrijf je bij deze patiënte voor met RA?
Hydroxychloroquine, sulfasalazine, NSAID’s (bijvoorbeeld ibuprofen), en/of methotrexaat
wat zijn klachten van SLE?
- algehele malaise
- haaruitval
- verkleuring van de vingers in de koud
- orale aften
- huiduitslag op het gelaaat op wangen en neusrug
- 10-14 jaar
wat is een reactieve artritis?
een artritis als reactie op een ontsteking elders in het lichaam zonder dat de bacterie uit het gewricht kan worden gekweekt
wat is de verwekker van acuut reuma?
na een pahryngitis: bèta haemolutische streptoc groep A
wat is het syndroom van Reiter?
artritis, urethritis en conjunctivitis
welk gen is in 90% van de gevallen positief bij spondylartritiden?
HLA-B27 dit is ook bij ziekte van bechterew
wat is het verschil tussen septische/bacteriële artrotos en reactieve artritis?