Week 15 HC.4 Flashcards

1
Q

hemodynamiek mitralisklepinsufficiëntie

A

geeft volumebelasting voor en achter klep. Er ontstaat excentrische hypertrofie/dilatatie van LA en LV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

etiologie mitralisklepinsufficiëntie

A
  • chordaruptuur
  • papillairspier (ruptuus/disfunctie)
  • klepblad (perforatie/prolaps)
  • annulus (dilatatie bij gedilateerde cardiomyopathie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symptomen mitralisklepinsufficiëntie

A

dyspnoe, orthopneu, moeheid, lethargie (lage cardiac output), HF, cachexie (mager), palpitaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klepplastiek

A

klep repareren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hemodynamiek mitralisklepstenose

A

geeft drukbelasting vóór mitralisklep, dus in LA. Verhoogde druk in longvenen. LA zal dilateren en verdikken. Risico op atriumfibrilleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

etiologie mitralisklepstenose

A
  • acuut gewrichtsreuma
  • congenitaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

symptomen mitralisklepstenose

A

RV falen (dyspneu, zwakte, vermoeidheid, pitting oedeem), palpitaties, embolieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gevolg atriumfibrilleren

A

door atriumfibrilleren ontstaat slechtere vulling van LV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hockeystick fenomeen

A

stenose kan vorm hebben van hockeystick

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

endocarditis (+2 factoren die rol spelen bij ontwikkeling)

A

endovasculaire infectie van cardiovasculaire structuren
- bacteriëmie = slechte gebitsverzorging, weke delen ontsteking, therapeutisch/diagnostische ingrepen
- abnormaal cardiaal endotheel = neerslag trombocyten fibrine waar micro-organismen kunnen neerslaan en groeien = vegetatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

major/minor criteria endocarditis

A

major =
- tenminste 2 positieve bloedkweken
- positieve echo
- nieuw lekgeruis
minor =
- predisponerende hartafwijking
- koorts
- positieve echo zonder vegetatie, maar met andere afwijking
- 1 positieve bloedkweek
- immunologische verschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

patiënten met verhoogd risico endocarditis

A

klepprothese, eerdere endocarditis, bepaalde hartafwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

auscultatie normaal, AS, MI

A

intensiteit = 1+ 2-4 2-3
locatie = 2L 2R apex
uitstraling geen carotis rechts axilla
timing systolisch ‘’ ‘’
vorm ruitvormig ruitvormig bandvormig
pitch normaal laagfrequent hoogfrequent
extra tonen geen mogelijke S4 mogelijke S3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

problemen na interventie

A

trombose, bloeding (CVA), pannus (weefselingroei), klikgeluiden, hemolyse, infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly